Vanaf Nieuwe kerk in Delft. foto: Steven Lek.

Commotie onder archeologen: bij de verbouwingsplannen van De Nieuwe Kerk in Delft dreigt het grootste deel van de 2.000 skeletten ‘met een shovel’ geruimd te worden.

De veertiende-eeuwse Nieuwe Kerk krijgt niet alleen een opknapbeurt, maar ook een grote verbouwing. Kosten: drie miljoen euro. Die verbouwing is nodig vanwege de groeiende stroom gasten die hier bij officiële en minder officiële gelegenheden over de vloer komt – en als het aan de Protestantse Gemeente Delft ligt, worden dat er steeds meer. Dan heb je niet meer genoeg aan een staande kapstok en een urinoir. De uitbreidingsplannen bestaan uit een souterrain van twee verdiepingen, dat onderdak biedt aan ongetwijfeld comfortabele toiletten met heerlijk zacht toiletpapier, een cateringkeuken, ontvangstzalen van verschillende grootte en opbergruimte voor allerlei handige spulletjes voor evenementen.

Dat gaat ten koste van de kelder van de zuidbeuk van de kerk en een deel van de tuin, die beide uitgegraven moeten worden. Een alternatief plan bestond uit de bouw van de zuidelijke zijbeuk op de oude fundamenten, maar de RCE adviseerde daartegen. Ingrijpend: naast de tweeduizend begraven resten zal ongeveer vierduizend kuub grond zal verplaatst moeten worden. Voor het onderzoeken van alle graven die hier liggen heeft de Protestantse Gemeente een budget van drie ton beschikbaar gesteld, waarmee slechts 10 tot 20 procent van het totale onderzoek gedaan kan worden. Een ander deel van het geld gaat naar de omstreden restauratie en uitbreiding van de grafkelder van de Oranjes. Archeologische verenigingen stapten naar de rechter: moest de verstoorder volgens de wettelijke regels niet betalen? Maar die oordeelde dat de gemeente een zorgvuldige afweging gemaakt had.

Enerzijds is bouwen onder de grond een beproefde oplossing als je historische gebouwen intact wilt laten: lekker wegwerken die nieuwbouw, zodat niemand er last van heeft. Maar bij kerken ligt dat toch anders. De bodem onder kerken is een archeologische schatkamer: graven, gebruiksartikelen en fundamenten van nóg oudere kerken.

Verbeeld je eens hoe het zou zijn als je al die Delftenaren een naam en een gezicht zou geven, zeggen de archeologen. En inderdaad, het zou schitterend zijn om de stoet met mensen aan je geestesoog voorbij te zien trekken. Maar lukt dat ook echt? Ik heb proberen uit te zoeken wat de opbrengst is geweest van de opgravingen in Londen (Bedlam Ziekenhuis, waar zestig archeologen zes dagen lang in shifts de grond onderzochten) en in Eindhoven (Catharinakerk, waar een team van 85 archeologen anderhalf jaar lang bezig was om 1050 skeletten te onderzoeken), maar vind weinig terug over de fantastische vondsten die vooraf voorspeld waren.

In Eindhoven, waar voor het eerst ter wereld grootschalig forensische analyses werden gemaakt en DNA-monsters werden genomen, zijn we vooral veel te weten gekomen over ziektes die voorkwamen. Dit soort archeologisch onderzoek leert ons over migratiegolven, verwantschappen, wat de mensen zoal aten en war de verschillen waren tussen rijk en arm. Maar de individuele bewoners komen er niet direct mee tot leven.

Maar natuurlijk is de grond geen fruitautomaat waar je onmiddellijk je opbrengsten kunt halen: er zijn jaren voor nodig om alles geïnterpreteerd te krijgen en de resultaten aantrekkelijk neer te zetten voor het grote publiek. Wat dat betreft is er ook veel te zeggen om niet zozeer te pleiten voor meer onderzoek, maar voor het intact laten van de grond, tot we nog beter weten waar we eigenlijk naar op zoek zijn. Het bodemarchief kunnen we het best langzaam en in kleine stukjes savoureren. Zet die aanbouw dus toch maar liever ergens bovengronds neer.

Voor wie verder wil lezen, zie ook de analyse van Theo Toebosch op de Erfgoedstem (2 maart 2016).

Annette WiesmanAnnette Wiesman (1969) is zelfstandig journalist. Ze schrijft o.a. voor Trouw, Vrij Nederland, Elsevier Juist en het Financieele Dagblad. In 2013 publiceerde ze met Koos Havelaar bij NAi/010 Uitgevers het boek Herbestemming van postkantoren. Een nieuw leven voor de burchten van de post. Voor VOER schrijft ze elke zes weken een column over oude gebouwen en wat ze in ons losmaken. Annette Wiesman op twitter: @annettewiesman