Media informeren iedereen die het interesseert constant over de leegstand van kantoren, winkels en bedrijventerreinen, maar hoe zit het eigenlijk met monumentaal erfgoed en dan vooral de bijzondere objecten, vaak gelegen in buitengebieden? Daar worden we veel minder mee overspoeld, al is hier wel een verandering gaande. Misschien niet in algemene zin maar zeker in de vakwereld speelt dit onderwerp een grotere rol en wordt er meer en meer over geschreven. Tegenwoordig vinden we het in Nederland steeds belangrijker om ons cultureel erfgoed duurzaam te bewaren en behouden voor toekomstige generaties. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het Nationaal Programma Herbestemming, in 2010 door de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) in het leven geroepen om herbestemming van bijzonder en karakteristiek onroerend goed te stimuleren. Echter, voor de proceskant van herbestemming is nog te weinig aandacht, ook in de vakwereld. Succesverhalen van uitgevoerde casussen zijn er genoeg maar het ontbreekt aan goede vergelijkingen van procesmanagement onderling.

Afbeelding: Arthur Jansen

Afbeelding: Arthur Jansen

Slopende leegstand
Als er iets slecht is voor een gebouw dan is het wel langdurige leegstand. Hierdoor gaat de kwaliteit van een gebouw vaak in een flink verhoogd tempo achteruit. Voor behoud van erfgoed is dit natuurlijk funest. Niet alleen voor het pand zelf is leegstand erg, het wordt ook in steeds grotere zin een maatschappelijk probleem. In krimpgebieden en kleine dorpen waar al (bijna) geen sprake meer is van natuurlijke aanwas van de bevolking is het moeilijk om de leefbaarheid op peil te houden. Door leegstand slaat verloedering harder toe en wordt het dorp of gebied minder aantrekkelijk voor mensen om zich te vestigen.

Van aanbod naar vraag
Het ontbreken van een goede marktgerichte visie zorgt vaak voor leegstand bij monumentale objecten. Eigenaren kunnen het gebouw niet meer in stand houden en moeten het gedwongen verkopen omdat het onderhoud en de kosten om er in te leven te hoog worden. Herbestemming is een van de belangrijkste middelen om monumentaal erfgoed te behouden. Een ongewenste verkoop kan zo ook voorkomen worden, behoud door ontwikkeling is het welbekende adagium. Door ontwikkeling kan de bevolkingsaanwas en de aantrekkingskracht voor bedrijven vergroot worden waardoor het bestaansrecht voor projecten reëler wordt. Je kunt wel een fantastisch concept neerzetten wat helemaal bij het gebouw past maar wanneer er geen vraag naar is blijft er een leeg pand over.

Het Nationaal Programma Herbestemming geeft aan dat het onderwerp actueler is dan ooit te voren. De beschikbare informatie over herbestemming op de website vertrekt echter vaak vanuit theoretisch perspectief waarbij de aanbodzijde vaak centraal staat. Men redeneert dus vanuit het gebouw in plaats vanuit de vraag die er leeft in de markt en samenleving. Dit geeft niet altijd de beste oplossingen en speelt vaak niet genoeg of te laat in op huidige lokale (markt)ontwikkelingen.

Betrek marktvraag bij best practices
Het is noodzakelijk scherper in beeld krijgen wat er in de markt speelt en te onderzoeken wat de ervaringen zijn op het gebied van herbestemming van erfgoed in de praktijk. Onder andere door het vergelijken van reeds uitgevoerde best practices van herbestemmingen en het nog meer betrekken van de marktvraag bij projecten. Wensen en behoeften uit de nabije omgeving moeten een grotere rol gaan spelen om de slagingskans van herbestemmingsprojecten te vergroten. Het is interessant om vergelijkingen te maken op het gebied van de proceskant van herbestemmingsprojecten en op die manier de succes- en faalfactoren boven tafel te krijgen. Met de vergelijkingen kan je tot een handreiking komen voor herbestemmen van bijzonder erfgoed. Niet toegespitst op een type gebouw zoals een kasteel, boerderij of klooster – maar op de proceskant: wie ga je betrekken? Wanneer en waarom? Op welke manier ga je die mensen vervolgens betrekken en waarbij?

Foto: Klement2 Rentmeesters

Een verkennende workshop op locatie. Foto: Klement2 Rentmeesters

Het organiseren van inspirerende, interactieve workshops op locatie is een vorm van het intensiever betrekken van de vraagzijde en is een interessante manier om te bestuderen of deze betrokkenheid leidt tot een beter eindresultaat. Betrek mensen bij een herbestemming van wie je de kennis en expertise vanuit zijn of haar discipline als meerwaarde voor het project ziet. Dit kunnen onder andere architecten, ambtenaren, investeerders, ondernemers, kunstgroeperingen, dienstverleners en bankiers zijn. Allerlei disciplines door elkaar, dat geeft creatieve en nieuwe inzichten. Zo kan je de eigenaar van een gebouw, een nieuw idee en de investeerder aan elkaar koppelen. Het inventariseren van ideeën, wensen, potentiële investeringsmogelijkheden is in het proces erg belangrijk. Gelukkig gaat men dat steeds meer inzien. Praktijkvoorbeelden en handreikingen met uitgangspunten en toetsingscriteria voor het herbestemmen van erfgoed zijn er al genoeg, de databank met goede procesevaluaties en vergelijkingen vraagt daarentegen dringend om aanvullingen.

 

Arthur Jansen (1992) is student aan de Fontys Hogeschool voor management, economie en recht, specialisatie Vastgoed & makelaardij. Hij studeert momenteel af met een onderzoek naar de proceskant van herbestemmingsprojecten bij Klement2 Rentmeesters, dat zich vooral bezig houdt met revitalisering van landgoederen en herbestemming van bijzonder erfgoed in het buitengebied.