Leegstand wordt vaak als probleem aangemerkt, echter de enorme kansen die een lege plek biedt worden daarmee over het hoofd gezien. Met ‘leeg’ wordt vaak de afwezigheid van economische dragers bedoeld, maar echt leeg is bijna geen plek in Nederland.
De focus in Nederland op leegstand is terecht, maar het aandachtsgebied lijkt beperkt; winkelstraten en kantoren beheersen de krantenkoppen. De cijfers zeggen echter iets anders; in 2014 is er in Nederland 8 miljoen m2 leegstaand winkeloppervlak en 11 miljoen m2 lege kantoorruimte tegenover 15 miljoen m2 leegstaand van agrarische bebouwing. Ook de leegstaande industriële bebouwing blijft meer onder de radar.
In de dichtbevolkte stedelijke gebieden wordt de leegstaand veelal ervaren als hoognodige bewegingsvrijheid. Vanuit lokale initiatieven worden deze plekken direct op een creatieve wijze toegeëigend. In de rurale gebieden daarentegen zorgt het wegvallen van functies voor een verdere afname van economische activiteiten en een versterking van krimp en leegstand. Deze vorm van leegstand is, door de afnemende bevolkingsdruk en verminderende ruimtebehoefte, lastiger in te vullen.
Baksteenfabrieken
Binnen dit rurale landschap vormen de karakteristieke, schoorstenen van oude baksteenfabrieken markante ijkpunten. Het grootste deel van de baksteenfabrieken in Nederland was afhankelijk van rivierklei, waardoor er vanaf de tweede helft van de 19e eeuw een concentratie aan fabrieken in de groene uiterwaarden van de grote rivieren ontstond. In de jaren 70 zijn de meeste baksteenfabrieken gesloten en is deze economie voor veel gebieden verloren gegaan. Om de veelal monumentale bouwwerken te behouden als erfgoed wordt nu gezocht naar passende herbestemmingen. Door de typische gebouwstructuren en de vaak buitendijkse ligging is dit niet eenvoudig.
Prijsvraag Ruimte voor Ruimdenkers
Eind 2014 lanceerde de Provincie Overijssel de prijsvraag Ruimte voor Ruimdenkers, met als motto: “De problemen van morgen kunnen we niet aanpakken met de oplossingen van gisteren”. Met de uitschrijving werd de leegstandsopgave van de provincie aangekaart en werden jonge ontwerpers uitgedaagd om met een vernieuwende blik tot onconventionele oplossingen te komen. De prijsvraag toonde de bandbreedte van leegstand: van kantoren tot industrieel erfgoed, van agrarische gebouwen tot braakliggende fabrieksterreinen.
Uit 86 inzendingen is het plan Natuurrustplaats Fortmond van ontwerpteam Ard (voorheen Team H+A+P) door de jury en het publiek uitgeroepen tot winnaar. Het plan schetst een nieuwe toekomst voor de voormalige baksteenfabriek Fortmond in Olst-Wijhe, gelegen op een kunstmatige terp in de uiterwaarden van de bochtige IJssel. Na het wegvallen van de fabrieksfunctie, zijn de monumentale fabrieksgebouwen en het fabrieksterrein in Fortmond teruggegeven aan de natuur. Sindsdien wordt het gebied beheerd door Staatsbosbeheer met als doel het behoud van deze natuur. De huidige economische situatie maakt dat Staatsbosbeheer op zoek is naar methoden om zijn gebieden meer rendabel te maken en daarmee tevens de bouwwerken te behouden.
Coalitie Economie-Ecologie-Cultuur
In het landschap rondom Fortmond zijn reeds twee belangrijke lagen aanwezig; ecologie en cultuur. Ecologie behelst in dezen de relatie tussen water en bodem en de kansen die dit geeft voor verschillende flora en fauna. De cultuurwaarde betreft voornamelijk de beleving van het landschap en zijn historie, zowel in recreatieve als educatieve zin. Na het verlies van de industriële functie van de baksteenfabriek, is er in het gebied opnieuw behoefte om economie aan het landschap toe te voegen. Hiermee wordt een zekere toekomstbestendigheid van het natuurlandschap en zijn Rijksmonumenten gecreëerd. Door de komst van de natuurrustplaats wordt de drie-eenheid van economie, ecologie en cultuur opnieuw in balans gebracht.
Natuurrustplaats Fortmond
In het ontwerp is gezocht naar een nieuwe functie welk uitgaat van de intrinsieke waarden en kwaliteiten van de locatie. Nadruk op deze kwaliteiten, zorgt voor een open blik op de kansen (tot hergebruik) die de plek ons biedt. De combinatie van het verscholen karakter van het natuurgebied, tezamen met de monumentale uitstraling van de gebouwen en het sacrale karakter van de binnenruimten, maakt de locatie aannemelijk als natuurrustplaats. Op deze wijze wordt op een subtiele wijze een bijna mystieke dimensie toegevoegd aan de bestaande fabrieksgebouwen. Hoewel natuurbegraven op meer plaatsen in Nederland wordt gerealiseerd, is de combinatie van begraven met een bestaand en leegstaand fabrieksgebouw uniek.
Door gebruik te maken van de verschillende landschappelijke eigenschappen, zoals de weidsheid van de rivier en de beslotenheid van het bos, krijgen verschillende uitvaartvormen een eigen plek in het gebied. Verschillende aanverwante functies, zoals afscheidsruimten, columbaria, familietombes en bezinningsruimten, kunnen plaats vinden in de gewelven.
De nadruk in de gebieden langs de IJssel ligt tegenwoordig nagenoeg volledig op (natuur)recreatie. Echter, in voorbije tijden was de IJssel een sterk economische netwerk waarlangs de Hanzesteden (en de latere baksteenindustrie) floreerden. De kracht van dit netwerk is in het plan voor de natuurrustplaats verwerkt; de sterke (ruimte) bindende kwaliteit van de IJssel wordt ingezet als nieuwe ceremoniële uitvaartroute. Hiermee wordt de natuurrustplaats gekoppeld aan verschillende steden en aan één van de belangrijkste identiteitsdragers van de provincie Overijssel.
Door een (onconventionele) functie te zoeken welke zich met minimale ingrepen voegt binnen de huidige situatie worden de transformatiekosten tot een minimum beperkt. De komst van de natuurbegraafplaats met eeuwige grafrust, zorgt tevens voor een juridische en financiële garantie op eeuwig behoud van de natuur en de bouwwerken.
Door het toevoegen van deze nieuwe functie aan deze ‘ lege’ plek is een respectvolle koppeling tussen ecologie, economie en cultuur(historie) ontstaan. Dit biedt nieuwe kansen aan de natuur en het geeft de moeilijk aan te passen gebouwstructuren op een subtiele en logische wijze een nieuwe, krachtige bestemming. Naast de Provincie Overijssel en de Gemeente Olst-Wijhe is ook Staatsbosbeheer enthousiast over de voorgestelde oplossing en te samen wordt momenteel een verdere verkenning gedaan naar de realiseerbaarheid van het plan.
Gideon Peele (1981) is zelfstandig architect en mede verantwoordelijk voor verschillende herbestemmingen waaronder de dit jaar opgeleverde openbare bibliotheek Schiedam in de monumentale Korenbeurs (1792). Hij richt zich in de verschillende projecten op het ontwikkelen van passende totaalconcepten voor leegstaande objecten en de realisatie ervan. Dit gebeurt in verschillende teams, zoals Ard voor het project Natuurrustpaats Fortmond (voorheen Team H+A+P, bestaande uit Pebbles Ammerlaan, Sem Holweg, Penne Hangelbroek en Gideon Peele). Twitter: @team_H_A_P