Toen ik een paar jaar geleden langs de IJsselcentrale fietste, moest ik oppassen dat ik niet in de berm viel, want ik zat me eindeloos te vergapen aan die industriële kolos. Je kunt jezelf nietig voelen tegenover iets dat zoveel groter is dan jij, ongeveer op dezelfde manier als negentiende-eeuwse romantici bergtoppen en woeste zeeën subliem vonden. Ook een industrieel gebouw kan een soort natuurkracht zijn.
Wat misschien meespeelt in dit ontzag is het besef dat we in Nederland de afgelopen eeuw alle industrie naar de marge van ons bestaan verbannen hebben. Vroeger stonden er fabrieken in het centrum van onze steden, nu concentreren ze zich in afgepaste reservaten. Dat versterkt het gevoel dat zich in fabrieken dingen afspelen waar wij gewone stervelingen geen weet van hebben, geheimzinnige processen, onnavolgbaar vormgegeven met schoorstenen, machines, transportbanden, buizen, silo’s en opslaghallen.
Des te spijtiger dat de voorgenomen sloop van de IJsselcentrale bij Zwolle nu toch doorgaat. Het is een van de laatste grote energievoorzieningen uit de jaren vijftig, in één consequente stijl gebouwd en tot stand gekomen met Marshallhulp. Het complex bestaat uit schoorstenen, bijgebouwen, kantoren en zelfs havens. Eigenaar Engie Energie zegt geen keuze te hebben, omdat het dure onderhoud ook bij leegstand moet doorgaan om verval te voorkomen. En een half ingestorte fabriek geeft veiligheidsrisico’s.
‘Eeuwig zonde, zo maken ze ze niet meer’, klinkt het op mijn erfgoedtimeline op Twitter, en: ‘Dat gebouw doet niemand kwaad op die plek’ (goeie vondst). Het Cuypersgenootschap en Heemschut protesteerden jarenlang tegen de voorgenomen sloop, en probeerden de IJsselcentrale op de gemeentelijke monumentenlijst te krijgen. Tijdens drukbezochte bijeenkomsten spraken sommige bewoners zich uit voor behoud. Niet vanwege de monumentale waarde van de energiecentrale, maar vanwege de herkenbaarheid in het landschap. Anderen vinden de IJsselcentrale een lelijke puist, terwijl wéér anderen dat beamen, maar vinden dat men wel moet afblijven van ‘hun’ lelijke puist.
Als alternatief voor sloop zijn allerlei ideeën al de revue gepasseerd. Die zijn volgens Engie Energie niet rendabel te maken, vanwege de omvang van het complex. Maar luister eens naar Gerben van Dijk (H-team), die voorstelt om er een centrum voor hernieuwbare energie van te maken, naar het voorbeeld van de ‘Flaktürme’ bij Hamburg. Een prachtidee.
Dit Wilhelmsburg, een enorm bunkercomplex met torens met radarsysteem en afweergeschut, werd door de Nazi’s gebouwd om luchtaanvallen af te slaan. Net als de IJsselcentrale heeft het een gigantische omvang. Ter illustratie: het bood tijdens luchtaanvallen van de geallieerden bescherming aan maar liefst dertigduizend bewoners uit de omgeving. Inmiddels is de ‘energiebunker’ van Hamburg een showcase van de inzet van hernieuwbare energie, en voorziet hij niet alleen alle huishoudens in de wijk van warmte, maar levert hij ook stroom aan het energienet. Het zou fantastisch zijn om de IJsselcentrale ook zo’n innovatieve bestemming te geven, een soort grote pijl die aanwijst welke kant het op moet met onze energievoorziening. Symbolisch kloppender kun je het onderdak voor zo’n project niet krijgen, en de zonnepanelen liggen er al (zie de interactieve rondleiding).
Gelukkig hoeven we de moed niet op te geven. De sloop van de IJsselcentrale gaat minimaal twee jaar duren, want het duurt even voordat alle betonnen constructies zijn weg geknaagd en het asbest veilig is geruimd. Wie weet valt vóór die tijd het kwartje bij de eigenaar en besluit ze alsnog tot een spannende herbestemming à la Flaktürme. Het zal niet de eerste keer in de geschiedenis zijn dat een omvangrijk sloopproces het eindpunt niet haalt.
Annette Wiesman (1969) is zelfstandig journalist. Ze schrijft o.a. voor Trouw, Vrij Nederland, Elsevier Juist en het Financieele Dagblad. In 2013 publiceerde ze met Koos Havelaar bij NAi/010 Uitgevers het boek Herbestemming van postkantoren. Een nieuw leven voor de burchten van de post. Voor VOER schrijft ze elke zes weken een column over oude gebouwen en wat ze in ons losmaken. Annette Wiesman op twitter: @annettewiesman