Voetbaltempel De Kuip staat voor een nieuwe fase in zijn bestaan. Het stadion uit 1937 wordt voor de tweede keer aangepast aan nieuwe commerciële behoeften. Dit vergt veel van het bestaande bouwwerk.

Het stadion speelt een belangrijke rol in de moderne historie van Rotterdam. Ook is de Kuip het eerste stadion dat zijn vorm heeft aangepast aan de vorm van een rechthoekig veld, de vorm van de Kuip is daarna vaak gekopieerd. Het is ook het tweede stadion dat werd gebouwd met een volledige staalconstructie, zo blijkt uit de ‘Cultuurhistorische analyse de Kuip’ van Crimson Architectural Historians.

De Kuip is gebouwd tijdens de crisis van de jaren dertig, een periode waarin arbeid goedkoper was dan bouwmaterialen. Aan de basis van het stadion lagen de visie van Feyenoord-voorzitter Van Zandvliet, een gedurfd ontwerp van de architecten Brinkman en Van der Vlugt en de gezonde bewijsdrang van de jonge aannemer J.P. van Eesteren. Het stadion bestaat volledig uit staal, met overhangende tribunes en zonder kolommen – indertijd een enorme innovatie.

De Kuip, Rotterdam. Overzicht tribune en veld. foto: RCE

De Kuip, Rotterdam. Overzicht tribune en veld. foto: RCE

Wie weleens een wedstrijd van Feyenoord bezoekt is bekend met het verende vermogen van de tweede ring – iets wat tegenwoordig onacceptabel zou zijn geweest. Het oorspronkelijke ontwerp bevatte grote risico’s en veel variabelen om zeker van het draagvermogen te zijn. Daarom is na de voltooiing de constructie getest door 3600 militairen te laten marcheren in één van de stadionvakken. Door het belasten van één segment ontstond de maximale vervorming van de constructie. Welke gemeente toetst tegenwoordig nog de constructie van een bouwwerk?

Tijdens de verbouwing in 1994, naar een ontwerp van Zwarts & Jansma Architecten, zijn redelijk wat aanpassingen gedaan. Het toevoegen van zogenoemde businessunits heeft de schoonheid van de constructie sterk aangetast. De rij van glazen dozen in de tribune past niet bij de open constructie van de Kuip. Het verende vermogen van de tweede tribune in is aan de zijde met businessunits nauwelijks nog aanwezig. Een verdubbeling van het aantal businessunits – aan de andere lange zijde units – gaat ten koste van het aantal zitplaatsen dichtbij het veld.

Conclusie: De Kuip is niet flexibel. De bijzondere kenmerken – de fanatieke aanhang dicht op het veld en de verende tribunes – blijven bij verdere aanpassingen aan het stadion niet overeind. Terwijl deze maatregelen in de huidige commerciële markt, waarin stadions flexibel inzetbaar moeten zijn, economisch noodzakelijk zijn.

De Kuip, interieur. Foto: Jarno Schellenburg

De Kuip, interieur. Foto: Jarno Schellenberg

Rotterdam, Feyenoord-stadion. foto: F.Eveleens

Rotterdam, Feyenoord-stadion. foto: F.Eveleens

Er is de laatste tijd sprake van meer aandacht voor de historie van Rotterdam. Een groot deel van die geschiedenis is weggevaagd in de oorlog. Het maakt dat de historische gelaagdheid van de stad moeilijk is af te lezen. Rotterdam heeft geen getrapte gevels en grachtenpanden, maar hijskranen en kades. Later zijn daar iconische gebouwen aan toegevoegd, zoals De Kuip en recent de Markthal en de Rotterdam. Welke van deze iconen overleven en een bijdrage leveren aan de moderne geschiedenis is afhankelijk van de manier waarop de stad met zijn erfgoed omgaat.

Het beleid van de gemeente is erop gericht de historische gelaagdheid te behouden. Maar door een bouwwerk als De Kuip niet te conserveren, maar over te laten aan de grillen van de commercie, kan het monumentale gebouw uiteindelijk verloren gaan. De Kuip bestaat dan alleen nog op papier – hoe bijzonder het ooit was, valt dan niet meer te ervaren. Rotterdam mag dan wel bekend staan als een stad in beweging, maar ook een stad in beweging heeft een sterke basis nodig. Een basis in de vorm van een evenwichtige historische gelaagdheid en bouwwerken waar men ook in de toekomst nog van kan leren.

 

Jarno Schellenberg is sinds 2006 werkzaam bij A3 Architecten en in november 2014 afgestudeerd aan de Rotterdamse Academie van Bouwkunst. Voor zijn afstuderen onderzocht hij de mogelijkheden om te wonen in De Kuip, het eerste moderne voetbalstadion van Nederland – met respect voor de monumentale status van het gebouw. De afstudeeropgave werd geïnitieerd in de periode toen er alleen sprake was van nieuwbouw.