Het nieuwe erfgoedlabel dat Europa sinds kort rijk is, moet burgers het fijne gevoel geven deel uit te maken van de Europese Unie. Het Vredespaleis in Den Haag en Westerbork zijn alvast uitverkoren; voor 2015 mag Nederland binnenkort weer nieuwe plekken voordragen. Daarbij moeten we uitkijken dat ze niet overlappen met onze trotse dragers van het Werelderfgoedlijst-predikaat van Unesco (acht in getal), de winnaars van de Europa Nostra awards voor erfgoed (één, als ik het goed heb) en de Europese Culturele routes (idem). Gelukkig is er een verschil in doelstelling: de nadruk ligt dit keer niet op bescherming, maar op de Europese symboolwaarde. De kandidaten worden geselecteerd vanwege ‘hun plaats en rol bij de ontwikkeling en bevordering van de gemeenschappelijke waarden die ten grondlag liggen aan de EU.’ Aan abstracte, vrome voornemens dus geen gebrek. Ook moeten kanshebbers liefst de Europese integratie verbeelden. Alsof de Europese geschiedenis voor (en ook daarna) de eenwording geen narrige eb en vloed is geweest van machtspolitiek, achterbakse bi- en trilateraaltjes en grensconflicten, maar een onvermijdelijke en triomfantelijke weg omhoog; een feest van internationale samenklontering en wederzijdse ontdekkingslust.

DutchCulture is de club die de boel namens het Ministerie van OC&W, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en de Raad van Cultuur in de steigers zet. De toelichting op de website doet een moedige poging logica aan te brengen in het geheel. Er zijn thema’s, altijd dé oplossing als er op last van de politiek uit het niets een samenbindend verhaal verteld moet worden. Dat we dan uitkomen bij de cliché’s van koopmanschap, landschappelijke maakbaarheid, tolerantie en Nederland als kunstkraamkamer, is waarschijnlijk onvermijdelijk. Maar of de voorbeelden die worden opgevoerd de burger echt gaan inspireren tot Europese mijmeringen, is de vraag. Neem het Stadhuis van Utrecht, genoemd omdat hier in 1713 de Vrede van Utrecht werd getekend. Anderhalf jaar onderhandelen ging eraan vooraf, wat van de Vrede van Utrecht een vroeg staaltje van moderne diplomatie maakt en eveneens een goed Europees verhaal. Maar van de plek waar het zich allemaal afspeelde, is weinig over. Het huidige stadhuis werd gebouwd in 1826, meer dan een eeuw nadat de vredesonderhandelingen plaatsvonden.

Ander voorbeeld: het Cobramuseum in Amstelveen. Dat Cobra een belangrijke en enerverende Europese kunstenaarsgroep was, staat niet ter discussie. Maar het museumgebouw werd in 1995 gebouwd door Wim Quist, en is dus op geen enkele manier verbonden met de Cobrageschiedenis. Als er wel zo’n gebouw zou zijn, hadden we wat moois te pakken. Maar wat moeten we hiermee aan? In de Westerse kunstgeschiedenis sterft het van de reizende en samenwerkende kunstenaars. Als we zo beginnen, kunnen we de Europese musea net zo goed meteen volhangen met erfgoedlabels. Dat scheelt een hoop denkwerk. Laatste inspiratiebron is de Westpolder in Groningen, die in 1875 werd aangelegd. Hij staat symbool voor de manier waarop we in Nederland eeuwenlang het landschap naar onze hand gezet hebben. Maar waarom juist deze polder, vraagt u zich af? Dat heeft te maken met het feit dat de voormalige landbouwminister en en eurocommissaris van landbouw (vanaf 1958) Sicco Mansholt hier werd geboren. Ja, daar bent u vast even stil van. Een stukje inpolderingsgeschiedenis en een stukje Europese geschiedenis vloeien op deze plek harmonisch samen. Dat móet in Noordwest-Groningen wel lange rijen touringcars opleveren.

Al met al kunnen we aan de hand van deze voorbeelden concluderen dat de plek waaraan het splinternieuwe label straks bevestigd zal worden, fysiek van ondergeschikt belang is. De materie is losgezongen van het verhaal. Tja, dat krijg je met die abstracte doelstellingen. Mocht het moeilijk blijven om overtuigende plekken te vinden, weet ik nog wel een ander medium om het pan-Europese verhaal mee te vertellen. We laten die monumenten, de onder water gelegen, archeologische, industriële of stedelijke locaties, cultuurlandschappen, plaatsen van herinnering en cultuurgoederen gewoon links liggen. Wat dacht u van het medium boek? Daar passen een hoop verhalen in. Zullen we het onlangs verschenen Made in Europe van Pieter Steinz voordragen voor de volgende erfgoedlabelronde? Die schijnt erg goed te zijn.

Annette WiesmanAnnette Wiesman (1969) is zelfstandig journalist. Ze schrijft o.a. voor Trouw, Vrij Nederland, Elsevier Juist en het Financieele Dagblad. In 2013 publiceerde ze met Koos Havelaar bij NAi/010 Uitgevers het boek Herbestemming van postkantoren. Een nieuw leven voor de burchten van de post. Voor VOER schrijft ze elke zes weken een column over oude gebouwen en wat ze in ons losmaken. Annette Wiesman op twitter: @annettewiesman