In de Noordwesthoek van de Amsterdamse Sloterplas ligt een vergeten stukje land. Een soort vooruitgeschoven bastion, dat uitkijkt over de weidse plas. Toen mijn vriend en ik er vier jaar geleden voor het eerst rondliepen, zagen we een onherbergzame uithoek vol brandnetels, met afval bezaaide bosjes en populieren die gestriemd werden door de harde westenwind.
Hier moest Hotel Buiten komen, naar een idee van een groepje ontwerpers. Met hulp van het bureau van mijn vriend wilden ze er een ecologisch hotel beginnen op de twee eilandjes ertegenover. Bij wijze van placemaking – een soort kraken van braakliggend terrein – zetten ze op dit stukje vasteland alvast een tweedehands bouwkeet neer. De plek was in die tijd niet bepaald geliefd. Het imago van Amsterdam Nieuw West was matig en hoewel er al jaren een plan lag voor de bouw van een café, was er geen hond die het aandurfde.
Elke keer dat we er kwamen, gingen we een beetje meer van de plek houden. Wat een uitzicht! Wat een groen! Wat een vrijheid! En dat allemaal op tien fietsminuten van de stad. En dan die intrigerende vormen van het terrein, dat van boven gezien de vorm heeft van een zeshoek. We gingen hechten aan die reusachtige, altijd ruisende populieren die in een dubbele rij de waterlijn volgen. Was dit vroeger een soort wandelpromenade, waar de mensen langs het water flaneerden? Hoogtepunt zijn twee half vergane, zeshoekige stenen pierenbadjes. Het ene, dat gedempt was, is door Hotel Buiten en buurtbewoners als moestuin in gebruik genomen. Het andere staat vol met regenwater. De waterkanten zijn overvloedig begroeid met gele lis en rietplanten, het beton is gescheurd. Dit was ooit een plek waar mensen kwamen om plezier te maken. De kinderkreten hangen nog in de lucht.
Het terrein maakte vroeger deel uit van het ‘Openlucht Sloterplasbad.’ De noordwestkant van de
Sloterplas was eind jaren vijftig bedoeld als toevluchtsoord voor al die frisse nieuwe Tuinstadbewoners uit de buurt. Zij kwamen in de toen pas uitgegraven Sloterplas ‘s zomers massaal baden en spetteren. Behalve een royaal strand was er een buitenbad voor kinderen, een zonneweide en, last but not least, het zeshoekige bastion waarop een café-restaurant moest komen. Architect Piet Elling maakte het functionalistische ontwerp: veel beton en lange, verhoogde terrassen. Modern en mondain. Mad Men in de Tuinsteden. Maar door een gat in de begroting kwam het café er nooit. Pas in de jaren zeventig werden de twee pierenbadjes aangelegd. Ook kwam er een groot binnenbad bij, waar voortaan de meeste zwemmers te water gingen. Het verval van buitenterrein met buitenbaden zette pas echt in toen het zwembad werd geprivatiseerd. Toen de gemeente vlakbij nieuwbouw ging plannen, kwam er ook een nieuw ontwerp voor een café: een zeshoekig pand dat gebouwd moest worden op een van de pierenbadjes. Ondanks de bouwcrisis maakte de gemeente in 2010 het terrein alvast klaar. Er werd een gracht gegraven om het terrein te scheiden van de rest van het zwembadterrein. Zwembadmuurtjes en -trapjes werden gesloopt en de blauwe tegeltjes werden uit de pierenbadjes verwijderd. Maar ook het tweede caféplan voor deze plek verzamelde stof in een bureaulade.
Intussen heeft Hotel Buiten wortel geschoten. In alles is het huidige café het tegendeel van het oorspronkelijke plan uit 1958. Niet strak en beheerst, maar organisch met een snufje chaos. Bij dit derde caféplan op rij geen projectontwikkeling die het in slechte tijden laat afweten, maar participerende bewoners. Bij gebrek aan stromend water, riolering en elektriciteit moest de exploitant lange tijd ongeveer kamperend zijn werk doen. Stap voor stap zijn de voorzieningen verbeterd. De plannen voor de tweede fase liggen klaar. Het ene pierenbadje blijft buurt- en cafémoestuin, van het andere wordt onderzocht of het weer enigszins in ere hersteld kan worden, bijvoorbeeld met een fonteintje erin. Over één ding is iedereen het eens: het mag allemaal niet te‘af’ worden. Vergeten stukjes land rondom steden moet je koesteren, inclusief de kliekjes die de geschiedenis nalaat.
Bronnen: Artikelen Erik Swierstra in de nieuwsbrief 2008 en nieuwsbrief 2011 van de Vrienden van het Sloterpark.
Annette Wiesman (1969) is zelfstandig journalist. Ze schrijft o.a. voor Trouw, Vrij Nederland, Elsevier Juist en het Financieele Dagblad. In 2013 publiceerde ze met Koos Havelaar bij NAi/010 Uitgevers het boek Herbestemming van postkantoren. Een nieuw leven voor de burchten van de post. Voor VOER schrijft ze elke zes weken een column over oude gebouwen en wat ze in ons losmaken. Annette Wiesman op twitter: @annettewiesman