Niets is zo veranderlijk als steden. Meer dan de helft van de wereldbevolking woont in steden, in Latijns-Amerika zelfs meer dan 80%. UN-Habitat, het congres over huisvesting en duurzame stedelijke ontwikkeling van de Verenigde Naties, wordt desalniettemin slechts eens in de 20 jaar georganiseerd.

Habitat III vond plaats van 17 tot 20 oktober 2016 in Quito (Ecuador). Met veel plezier en interesse heb ik Habitat III bijgewoond en meerdere sessies kunnen bezoeken. De rol van erfgoed en cultuur in een veranderende stad is op een abstracte manier besproken. Graag bespreek ik in deze blog enkele uitspraken om de algemene tendens van erfgoed tijdens Habitat III over te brengen en hiermee de rol van erfgoed in stedelijke ontwikkeling voor de komende 20 jaar te verwoorden.

Quito, Calle Venezuela (Wikimedia Commons, 2010)

Quito, Calle Venezuela (Wikimedia Commons, 2010)

In Quito is de New Urban Agenda ondertekend, met als rode lijn duurzame en inclusieve stedelijke ontwikkeling. Met 30.000 participanten, waaronder overheidsdelegaties en wetenschappers, is tijdens Habitat III richting gegeven aan de stedelijke ontwikkeling voor de komende decennia. De focus op het verminderen van de stedelijke ongelijkheid is niet alleen een antwoord op één van de belangrijkste problemen in steden wereldwijd, maar sluit ook aan op de breed gedragen behoefte onder politici en wetenschappers om de situatie van arme stedelingen te verbeteren. Pogingen om sociale mobiliteit te vergroten en sociale ongelijkheid te verkleinen hoeven niet complex of duur te zijn en kunnen de woonomstandigheden in steden structureel verbeteren.

Erfgoed in de New Urban Agenda

De rol van cultuur en daarmee ook van het in steden aanwezige erfgoed is aan verandering onderhevig. In de New Urban Agenda wordt de invloed van cultuur op steden volledig erkend, al wordt het niet breeduit besproken. De kernwoorden die UNESCO hieraan verbindt, zijn: de mens centraal gezet, inclusiviteit, eerlijk en hoge kwaliteit. Erfgoed en cultuur hebben hierin absoluut een actieve rol: vanuit een culturele benadering gezien stimuleert een stedelijke omgeving van hoge kwaliteit namelijk de identiteit, leefbaarheid en daarmee de duurzaamheid van steden voor de samenleving en voor individuen.

De veranderende stad

Joan Clos, directeur van UN-Habitat, deed een tekenende uitspraak over het historische karakter in stedelijke ontwikkeling: “urban planning should be urban design”. Hij doelde hiermee op de productie van goed doordachte stedenbouw vanuit een artistieke visie: “een stedelijk patroon, zoals het laat 19e-eeuwse stedelijk plan van Cerda voor Barcelona, is ook nu nog relevant”, stelde Clos. Ik moet hierbij denken aan Plan Zuid (Amsterdam) van H.P. Berlage dat vanwege het stedelijk ontwerp na 100 jaar nog onverminderd goed werkt.

Uitbreidingsplan Barcelona Cerda (Wikimedia Commons)

Uitbreidingsplan Barcelona Cerda (Wikimedia Commons)

Clos voegde eraan toe dat een plan open en veranderbaar moet zijn en keerde zich daarmee tegen grootschalige masterplanning. Wanneer men de veranderbaarheid van de stad voorop stelt en een uitbreiding ontwerpt, is een masterplan van een te hoog schaalniveau om een waardevolle toevoeging te kunnen zijn.

Wanneer ruimte in de stad schaars is en bebouwd, kan bestaande bouw als een beperking worden gezien voor nieuwbouw. De maatschappij verandert, dus de stad verandert mee. Het is dus zaak de wisselwerking tussen oud en nieuw te benutten in plaats van te negeren: De potentiële invloed van het historisch stadscentrum op de leefbaarheid in de gehele stedelijke regio wordt pas benut als nieuwe stedelijke plannen weten te profiteren van de waarde van cultureel en natuurlijk erfgoed.

Sociologe Saskia Sassen ging hierop verder door de vraag te stellen: “Hoe bouw je een stedelijk weefsel dat een ‘stem’ (speech) heeft?” Buurten, straten en gebouwen hebben een bepaalde geschiedenis die kan worden verteld aan de bewoners en gebruikers. Deze stem geeft betekenis aan de stedelijke omgeving. Het risico bestaat dat nieuwbouwwijken of nieuwe bebouwing de toegevoegde waarde van ‘de stem’ in de openbare ruimte ondermijnen.

Cultuur

Cultuur kan een brug vormen in de enorme diversiteit in de stad, beargumenteerde Saskia Sassen: “culture enables the non-culture”. Hiermee betreedt ‘cultuur’ andere domeinen in de stad. De stad is de plek waar verschillende culturen tot uiting komen. Al de stedelijke activiteiten gaan niet netjes langs elkaar heen, maar vormen een synergie, zoals socioloog Richard Sennett benadrukte. Een historische stedelijke omgeving biedt vaak pockets of space waar uitwisseling plaatsvindt. De openbare ruimte en de (historische) stedelijke structuur heeft daarmee een belangrijke rol in het stimuleren van stedelijk leven dat voor iedereen toegankelijk is. Een focus op de bewoners en gebruikers in plaats van een focus op toerisme en het genereren van winst, wat in veel steden aan de orde is. Steden waar de mens centraal staat zijn steden waar zowel mensen als hun welzijn een centrale positie innemen in de ontwikkeling.

Plekken met erfgoed zouden moeten worden geleefd en gebruikt door de gemeenschap om te voorkomen dat we ‘lege’ steden creëren, zoals Londen, Beirut of Venetië. De hinderlijke effecten van gentrification in historisch-stedelijke buurten kunnen worden verminderd door de focus te leggen op de bewoners. Erfgoed en cultuur vervullen een centrale rol in dit belangrijke stedelijke proces. Zie ter illustratie de recente uitzending ‘Slapend Rijk’ van VPRO Tegenlicht over Airbnb. De documentaire belicht de gevolgen van zowel individuele winst als corporate winst, van Airbnb dat als Amerikaans bedrijf geld uit Nederlandse buurten trekt en regelrecht naar de eigen bankrekening doorsluist. De kern van de oplossing ligt in het teruggaan naar een focus op de bewoners en hun cultuur; de mens centraal.

New York, mix van erfgoed en moderne bebouwing

New York, mix van erfgoed en moderne bebouwing

Lessen uit Habitat III

De grondhouding dat de bestaande stad veranderbaar moet zijn, biedt veel mogelijkheden voor uitbreiding of transformatie. Wat Nederland van Habitat III kan leren, is dat men erfgoed niet als last moet zien, maar het moet erkennen als een bron van inspiratie voor (her)ontwikkelingen. Het gaat namelijk op een hoger schaalniveau om de rol van cultuur in de structuur en de essentie van de stad en niet om eilandjes van afzonderlijke ontwikkelingen. Het gaat niet om het conserveren van erfgoed, want in een veranderende stad weerspiegelt al het bebouwde de stedelijke cultuur en -ontwikkeling en dit vormt de basis van de essentie van de stad. Hiermee heeft Habitat III een intellectuele basis gegeven van waaruit we de stad verder kunnen ontwikkelen in de komende decennia.

Planmakers, architecten, stedenbouwkundigen en ontwikkelaars branden zich aan een pittige uitdaging. Wanneer de mens en cultuur centraal dienen te staan in stedelijke ontwikkeling en de veranderbare stad vanuit het bestaande wordt vormgegeven, “dienen architecten en stedenbouwkundigen [dan] verantwoording af te leggen aan de maatschappij?”, vroeg Joan Clos zich af. Een (her)ontwikkelingsplan of –ontwerp speelt met de omgeving van de bewoners en gebruikers. Bijvoorbeeld de kantorenkolos Rivierstaete in de Amsterdamse Rivierenbuurt, de ontwikkeling rond het Centraal Station in Utrecht in de jaren ´60 of de Nederlandse Bank in de Amsterdamse Pijp op de plek van het voormalige Paleis voor Volksvlijt.

Het is tijd dat we erfgoed als onderdeel van cultuur gaan zien, vanuit een veranderbare stad vormgeven, een (hernieuwde) focus op de mens ontwikkelen en met historische elementen in de snel groeiende steden om leren gaan. Helaas lijkt dit bij veel projecten niet geheel het geval. Is dit acceptabel of dienen wij de planmakers en ontwerpers op hun verantwoording aan te spreken?

 

De bundel ‘Culture Urban Future, global report on culture for sustainable urban development is door UNESCO uitgegeven ter gelegenheid van Habitat III. In deze bundel zijn niet alleen verschillende papers en case studies opgenomen, maar ook aanbevelingen wat betreft cultuur en erfgoed in stedelijke ontwikkeling.

Rutger Noorlander is zelfstandig adviseur Stedelijke Ontwikkeling & Erfgoed. Hij is werkzaam als zelfstandig adviseur. Rutger observeert, onderzoekt en formuleert een kritisch standpunt om aanbevelingen te kunnen opstellen over allerlei onderwerpen met betrekking tot de stad en stedelijke (economische) ontwikkeling.