Het bruist in de Tilburgse spoorzone. Niet omdat er nieuwe meeslepende plannen worden gemaakt, maar omdat de gemeente ervoor koos om de ruimte te geven aan tijdelijk initiatief.
Deze column verschijnt, behalve hier op VOER, ook in het juni-nummer van Rooilijn. Het tijdschrift heeft als missie een brug te slaan tussen wetenschap en praktijk in de ruimtelijke ordening. Bij elkaar opgeteld bestaan Rooilijn en VOER al 50 jaar. Dat kan je gerust cultureel erfgoed noemen.
Sinds enige tijd bivakkeer ik voor mijn werk in de Tilburgse Spoorzone. Om precies te zijn in Gebouw 88, onderdeel van de oude Smederij van de NS werkplaats. Het is vanuit erfgoedperspectief niet alleen een inspirerende, maar ook uiterst boeiende plek. Het industriële gebouw bevindt zich namelijk in de frontlinie van de nieuwe herbestemmingspraktijk. In Gebouw 88 botst de pre-crisis aanpak op de nieuwe, post-crisis realiteit. Het gebouw vormt onderdeel van de grootschalige gebiedsontwikkeling van de Tilburgse spoorzone, die voor de crisis is ingezet.
Het oorspronkelijke masterplan was gericht op realisatie van rendabele planonderdelen door een publiek private samenwerking tussen gemeente en ontwikkelaar VolkerWessels. In dat plan zijn gedetailleerde afspraken gemaakt over het te realiseren programma en taakstellende opbrengsten uit bouwvolumes. De stagnerende vastgoedeconomie en de veranderende maatschappelijke ontwikkelingen gooiden echter roet in het eten. De blauwdruk van grootschalige gebiedsontwikkeling moest noodgedwongen worden aangepast aan de nieuwe omstandigheden. Er kwam meer aandacht en ruimte voor tijdelijk gebruik en programmering van de spoorzone. Zo is Gebouw 88 benoemd tot broedplaats waar tijdelijke functies ruim baan krijgen. Een coöperatie van partijen, verenigd in het Midpoint Center for Social Innovation, geeft vanuit een gedeelde mindset van sociale innovatie op dit moment vorm aan de broedplaats. Door de coöperatie worden nieuwe creatieve verbindingen gesmeed die elkaar versterken en waardoor nieuwe projecten van de grond komen. De broedplaats past niet alleen goed binnen de nieuwe manier van werken – professionals uit de creatieve klasse organiseren zich steeds vaker in kleine verbanden of werken als ZZPer – maar ook bij de veranderde praktijk van gebiedsontwikkeling. De crisis is voor de ontwikkeling van het Midpoint Center for Social Innovation een voordeel geweest. Het stelde de gemeente en ontwikkelaar voor de keuze: leegstand of een broedplaats? Die keuze was snel gemaakt.
De coöperatie zorgt voor levendigheid. Het helpt verpaupering voorkomen en zet opbrengsten tegenover de beheerkosten voor de gemeente. Daarnaast geeft het vorm aan het ideaal van Tilburg als hoofdstad van sociale innovatie. Maar nu de economische crisis langzaam uit beeld raakt en de vastgoedeconomie weer wat aantrekt, lijkt de gemeente haar aangepaste plannen alsnog te willen uitvoeren. Het gebouw moet daarvoor op de schop. Dat wringt met de coöperatieve beweging van onderop. De spannende vraag is nu hoe de gemeente zich daartoe verhoudt?
Hoe gaan de nieuwe gemeentelijke plannen om met het bestaande gebruik? Is het mogelijk om in de voorgestelde herontwikkeling het bestaande gebruik een plek te geven? Tijdelijk gebruik slim te verbinden met een stapsgewijze ontwikkeling? Dat is de uitdaging. Niet alleen voor de Tilburgse Spoorzone maar voor veel herbestemmingslocaties in Nederland. Zijn we in staat om een alternatieve ontwikkelingsstrategie te bepalen, waarin tijdelijke gebruikers een volwaardige positie krijgen in de ontwikkeling? Zijn we in staat oude gebouwen stapsgewijs met kleine investeringen te ontwikkelen volgens een model dat zich steeds aanpast aan de tijd? En als het model klaar is, het open source beschikbaar te stellen voor iedereen?
Tijdelijkheid niet langer als een gelegenheidsargument om gebouwen te beheren, maar als
een volwaardig model voor herbestemming en herontwikkeling. Een nieuw Tilburgs Model
wellicht? Dat zou pas echt sociale innovatie zijn!
Joks Janssen is hoogleraar ruimtelijke planning en cultuurhistorie aan Wageningen University en directeur van het kennisplatform BrabantKennis. Hij publiceert met enige regelmaat over nieuwe ontwikkelingen in de erfgoedzorg. Zo is hij medeauteur van Karakterschetsen, de nationale onderzoeksagenda Erfgoed en Ruimte, die in opdracht van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed is opgesteld. Joks Janssen op twitter: @joksjanssen