Ik ben geboren en getogen in Eindhoven. Veel mensen vinden Eindhoven een saaie stad. Het mist de spanning van een historisch stadscentrum. Ze hebben misschien gelijk, maar ook in Eindhoven laat de bebouwing de fascinerende geschiedenis van de stad zien.
Recent zijn twee grote voormalige fabrieksterreinen van Philips herontwikkeld: Strijp-S en het naastgelegen Strijp-R. Helaas zijn de betrokken partijen er niet voldoende in geslaagd om het karakter van de plek, de bewoners en gebruikers een significant onderdeel te laten zijn van de herontwikkeling. Velen zijn lovend over deze herontwikkeling, maar is de herontwikkeling van Strijp-S en –R wel terecht een succes te noemen?
Met herontwikkeling hopen de betrokken organisaties Strijp-S te transformeren naar een “nieuw, dynamisch, bruisend stadsdeel”. Toen ik recent met mijn vader, een geboren Eindhovenaar, door het gebied reed, deed hij een interessante observatie: hij herkende het gebied niet meer. Door de opmerking van mijn vader kon ik mijn unheimische gevoel bij Strijp-S een plek geven: er is zoveel veranderd dat het karakter van de buurt (waaraan mijn vader altijd refereerde bij Strijp-S) is verloren. Deze voor de stad kenmerkende buurt is bijna plaatsloos geworden. Een houvast voor de lokale identiteit is weggeknipt.

Strijp-S 1979: hoge dichtheid en variëteit aan bebouwing met, ondanks het afgesloten karakter, toch een sterke verbinding met omliggende voormalige arbeiderswijken. Het overgrote deel van de bebouwing is gesloopt en (wordt) vervangen voor nieuwbouw en nieuwe infrastructuur. Bron: Hans Aarts
Nieuwe focus op karakter
Zoals in de Visie Erfgoed en Ruimte (2011, Ministerie van OCW), met het motto Kiezen voor Karakter wordt genoemd, is het (historisch) karakter van een plek van grote waarde voor de samenleving, omdat het een unique selling point vormt voor de economie en het toerisme, een rijke referentie geeft voor sociale verbinding en identiteit en een onuitputtelijke bron is voor onze culturele ontplooiing. De focus op een grotere context en de verbinding van erfgoed met andere sectoren heeft als resultaat dat karakteristieken kunnen worden doorvertaald naar effectieve strategieën voor ontwikkeling en behoud. Ik vind het ondenkbaar dat in Strijp-S en in overtreffende trap Strijp-R zeldzame stedelijke karakteristieken niet worden gebruikt, maar juist worden gesloopt en daarmee bestaande kwaliteiten niet worden erkend.

De voormalige bebouwing in Strijp-R. Deze fabrieksgebouwen, perfect te gebruiken als loft of bedrijfsruimte, zijn gesloopt en vervangen door moderne rijtjeswoningen. Bron: Robert de Greef.
Strijp-S –R en –T
De terreinen Strijp-S, Strijp-R en Strijp-T (De Beuk) vormen samen een voorbeeld van een breuk tussen herontwikkelingsplannen en het karakter van de plek: men heeft de plaatsgebonden karakteristieken niet voldoende meegenomen in de planvorming. De grote fabrieksgebouwen van Strijp-R zijn gesloopt en vervangen door hofjes met witte rijtjeswoningen in een oosterse nieuwbouwstijl. Enkele kleine historische objecten worden omsloten door deze misplaatste hofjes en door villa’s. Het atelier van de bekende designer Piet Hein Eek, gevestigd in oude fabriekspanden op het voormalige Strijp-R terrein, is een uithangbord van het wereldberoemde Eindhovens design, maar heeft de verbinding met deze wijk compleet verloren door de plaatsloze architectuur van de omliggende nieuwbouw. Het atelier had een creatieve impuls kunnen geven aan de herontwikkeling, maar het is momenteel een vreemde eend in de bijt; een eiland in een saaie nieuwbouwwijk op een locatie waar voorheen de technologie floreerde. Een grote gemiste kans voor de herontwikkeling.
Op het Strijp-S terrein is de herontwikkeling net zo rigoureus. Hier zijn een aantal kenmerkende gebouwen blijven staan en herontwikkeld tot o.a. kantoorlocaties, creatieve hotspots, lofts en tot een horeca-/evenementenfunctie. Het overgrote deel is of wordt gesloopt en vervangen door nieuwbouw. Het gesloten karakter van het fabrieksterrein is letterlijk en figuurlijk (met geweld) opengebroken. Het unheimische gevoel van mijn vader zal alleen nog maar sterker worden en de diversiteit aan karakteristieke fabriekspanden zal sterk worden afgeslankt. Vroeger was er veel reuring, maar momenteel zijn de straten leeg en verlaten. Het aangrenzende Strijp-T terrein is later gebouwd en minder aangetast. Daar is het karakter van het fabrieksterrein nog wel zichtbaar in het straatbeeld, met als resultaat een spannende en sprekende omgeving.

Strijp-S in 2015/2016 met veel leegte. Een deel van de bestaande bebouwing zal volgens planning nog worden gesloopt. Bron: Nieuwbouw Eindhoven
Identiteitsvorming
De lokale affiniteit van de bevolking met Philips is terzijde gelegd bij de planvorming van de herontwikkeling van Strijp-S en -R. De zwakke lokale identiteitsvorming van de Eindhovenaren had bij het herontwikkelen kunnen worden versterkt door de zichtbaarheid van het indrukwekkende verleden in de bebouwing van dit deel van de stad. In dagblad Trouw (C. van Limpt: Het landschap is ontmenselijkt, 11 mei 2016) stellen de Vlaamse schrijver Chris de Stoop en landschapsarcheoloog Jan Kolen over de noodzaak van cultuurhistorische ankerpunten in de leefomgeving: “Met de verwoesting van hun betekenisvolle landschap verliezen de bewoners ook hun daarmee verbonden geschiedenis en herinnering. Referentiepunten in een landschap zijn zo ongelooflijk belangrijk voor mensen om hun geheugen aan op te hangen. Ze kunnen niet zonder.(…) Met het verdwijnen van al die referentiepunten verlies je niet alleen je geschiedenis, geheugen en identiteit maar wordt jou je toekomst ontnomen”, Langs deze redeneerlijn ontneemt de herontwikkeling van Strijp-S en –R het recht van de Eindhovenaren op hun geschiedenis.
Aanwezige karakteristieken gebruiken
Herontwikkelingsprojecten in Nederland worden nog sterk gekenmerkt door slopen, vernieuwen en moderniseren terwijl er financiële, economische, duurzaamheids- en sociale winst kan worden geboekt door op een terughoudender en meer respectvolle manier met ons erfgoed en ons verleden om te gaan. Dit komt de levendigheid, sociale cohesie en betaalbaarheid van woningen en werkruimte voor jonge (talentvolle) mensen ten goede. Bovendien heeft de overheid handvaten gegeven om rekening te houden met het karakter van de plek bij herontwikkeling, in de vorm van de Visie Erfgoed en Ruimte of de studie Karakterschetsen van het Netwerk Erfgoed en Ruimte. De kern van het slagen van herontwikkelingsprojecten is naar mijn mening het begrijpen van de verbinding van de plek met de geschiedenis en de bewoners/gebruikers. Het op grote schaal slopen van (onderdelen van) gebouwen verzwakt deze relatie en kan als gevolg hebben dat de plek plaatsloos wordt.
Men kan niet eerlijkerwijs spreken van een geslaagde herontwikkeling wanneer de aanwezige karakteristieken, gebouwen en infrastructuur niet voldoende zijn gebruikt in de plannen. Wanneer nieuwbouw de overhand krijgt en oude kenmerken grotendeels worden genegeerd, kan men beter spreken over ontwikkeling i.p.v. herontwikkeling.

Moderne bebouwing (stadswoningen) en infrastructuur Strijp-S. Bron: Marco Derksen.
Spanningsveld
Uiteraard hebben we te maken met een spanningsveld tussen de belangen van de overheid, de erfgoedsector en de (vastgoed)ontwikkelaars. Partijen in de erfgoedsector hebben hun conserverende houding de laatste jaren in toenemende mate geopend. Hierdoor zijn er goede kansen ontstaan voor succesvolle herontwikkelingen. De herontwikkeling van Strijp-S en –R lijkt echter vooral te zijn bepaald door nieuwbouw en nieuwe infrastructuur. Ik mis in de herontwikkelingsplannen een rol van een erfgoedprofessional die de waarde, kansen en mogelijkheden van het erfgoed vertegenwoordigd. Het doet onwetendheid binnen de lokale overheden vermoeden.
Daarom daag ik de betrokken partijen graag uit om kritisch te zijn. Is hoeverre is er daadwerkelijk rekening gehouden met de lokale karakteristieken? Is zoveel nieuwbouw echt nodig geweest op Strijp-S en –R of had nieuwbouw ook op andere locaties kunnen plaatsvinden? Ik nodig u uit om zelf een kijkje te nemen in Eindhoven en uw eigen kritische mening over de herontwikkeling van karakteristieke plekken te vormen. Ik zie uit naar uw reactie.
is zelfstandig adviseur Stedelijke Ontwikkeling & Erfgoed. Hij studeerde Sociale Geografie & Planologie (UvA) en Erfgoedstudies (VU). Na aangesloten te zijn geweest bij Stichting WaterHeritage, is hij momenteel woonachtig in Guayaquil, Ecuador en werkzaam als zelfstandige. Rutger observeert, onderzoekt en formuleert een kritisch standpunt om aanbevelingen te kunnen opstellen over allerlei onderwerpen met betrekking tot de stad.
Discussie over sloop is een bijzonder actueel onderwerp in Eindhoven. Op 10 augustus 2o16 verscheen in het Eindhovens Dagblad een artikel over het karakteristieke Eindhoven Packaging gebouw, dat afsluit met een conclusie die aantoont hoe nutteloos de sloop is: “Wat er daarna (red: na de sloop) gebeurt, is nog niet bekend”.
25 comments
X. van Delft says:
Aug 29, 2016
Dit artikel is een prachtig voorbeeld van iemand die eens een keer op de desbetreffende locatie is geweest en een nostalgie ten gehore brengt …(over een oud geasfalteerd fabrieksterrein, wat het namelijk was).
Er zitten daarnaast ook feitelijk onjuiste punten in dit verhaal, zowel op gebied van de ruimtelijke orde alsmede de architectuur.
Ik vraag me af of hier onderzoek naar is gedaan. Enkele voorbeelden: de huizen op Strijp R zijn allerreerst geen ‘oosterse architectuur’. Correct punt is dat hier wel meer gebouwen overeind hadden kunnen blijven zoals dat op Strijp-S wel is gebeurd (in tegenstelling als wat de auteur beweert). Asbest, loog of andere gevaarlijke stoffen die hier gebruikt zijn/ in de bebouwing zaten, hebben de doorslag gegeven dat het overgrote deel van deze gebouwen absoluut niet geschikt was voor mogelijkheden tot wonen en/of werken.(dit punt geldt ook voor andere gebouwen op Strijp-S).
Dat het rustig en verlaten is op Strijp-S, vind ik prachtig om te horen. Was het maar zo de afgelopen vijf dagen. Er zijn hier op moment van schrijven, enkele muziekfestivals en foodfestivals geweest plus een maandelijks terugkerend evenement, te weten een markt, de ‘Feel Good Market’.
Waar het centrum van Eindhoven, door de straat de Demer, de neiging heeft soms op een overvolle koopgoot te lijken, is Strijp-S, in mindere mate Strijp-R, en Sectie-C ( in Tongelre) een verademing voor zij die op zoek zijn naar een ontsnapping aan een centrum dat vooral ingericht is op verkoop. (Hoewel daar nu ook plannen voor zijn dit te veranderen).
Om te lezen dat Strijp-S verlaten aanvoelt vind ik getuigen van slechte research. Weet de auteur dat het Natlab, (overigens nog helemaal in zijn oude staat functionerend), het laboratorium waar o.a. A. Einstein heeft gewerkt, waar de dvd en cd zijn ontworpen, nu gebruikt wordt als cultureel centrum/bioscoop/restaurant? Met name populair bij volwassenen en ouderen. Dan is er de grootste skatehal van Europa met vele evenementen, en een continu bezoek van jongeren.
De enorme groei aan kleine boetiekjes en restaurants op Strijp-S maakt dat publiek dat op zoek is naar een alternatief voor het drukke centrum, hier zijn draai vindt (naast De Bergen dat, overigens, een stuk van de historische stad is – Eindhoven heeft namelijk een historisch stadsdeel, maar vanwege 2 redenen zal dit niet direct in het oog springen: 1. de stad is volgens het plan van een garnizoensstad gebouwd, dus rechtlijnig. 2. in de Tweede Wereldoorlog is een deel gebombardeerd)
Juist de innovatie en verbetering van Philips oude fabrieksterreinen heeft als gevolg dat de stad niet meer vergeten is, en weer veel geinteresseerden trekt. Deze innovatie heeft ook als gevolg dat de buurten in de omgeving, in de afgelopen 4 jaar een grote renovatie hebben meegemaakt, van o.a. het oude Drentsch Dorp, de Philips-arbeiderswijken van destijds.
Behoudendheid en het nabootsen van een stijl die was geweest is daarnaast in de architectuur ‘not done’. Juist het zoeken naar nieuwe ingevingen en mogelijkheden om van de leeggekomen ruimte op Strijp-S en Strijp-R is wat een goede architect belichaamt.
Blijven kijken naar het verleden en verwachten dat het nieuwe een replica wordt van hoe het was, getuigt van een naïeve nostalgie.
Tot slot merkt de auteur nog op dat Strijp-T nog wel behouden is ‘met als resultaat een spannende omgeving’ . De voorliefde van de auteur voor het verleden of voor fabrieken is duidelijk. Dat blijkt wel uit zijn complimenten voor Strijp-T. Een beetje onderzoek had hem namelijk opgeleverd dat dit namelijk niet zo raar is dat dit nog zo behoudend is gebleven, aangezien het, compleet met slagbomen en rasterhekken, een SmurfitKappa kartonfabriek, bio-energiecentrale, etc. alle kenmerken van een industrieterrein heeft; het is namelijk een industrieterrein…
Leuk geprobeerd, slechte research en slecht uitgevoerd.
Rutger Noorlander says:
Aug 30, 2016
Beste Van Delft,
Bedankt voor uw stevige reactie. Mijn doel met dit artikel is de lezer te laten nadenken over het doel en de consequenties van (overmatig) sloop. In Eindhoven wordt, naar de mening van velen, erg veel gesloopt. U heeft gelijk, de stad is vooral in de afgelopen eeuw hard gegroeid en in de Tweede Wereldoorlog is veel bebouwing verloren door bombardementen. Ten behoeve van het versterken van de lokale identiteit en ‘trots op de stad’, is in dit licht het zorgvuldig omgaan met de huidige karakteristieke bebouwing nog belangrijker. Ondanks dat velen Eindhoven geen mooie stad vinden, heeft het wel degelijk zijn karakteristieken.
Ik ben zelf geboren en getogen in Eindhoven en kwam veel in de buurt van Strijp-R. Hierdoor kan ik mij goed het karakter van het gebied herinneren. De architectuur en de sfeer van de nieuwbouw op Strijp-R heeft naar mijn mening niets met het fabrieksverleden van de plek te maken en had beter gepast in Meerhoven dan op een (voormalig) karakteristieke plek. Ook sluit het absoluut niet aan bij de (tevens deels gesloopte) omliggende voormalige Philips arbeiderswijk Drents Dorp. Buiten enkele overbleven relicten (een loopbrug, platform, portiersgebouw, pompgebouw en de gebouwen waarin Piet Hein Eek huist) is er niets met het karakter gedaan.
Ook op Strijp-S is ‘slechts’ behouden gebleven: de Hoge Rug, het Veemgebouw, het Klokgebouw, het Glasgebouw, het Natlab (na protest toch behouden), de Machinekamer en het Ketelhuis. Een deel van de huidige bebouwing zal volgens de plannen (weliswaar met uitstel) alsnog worden gesloopt. De bonte verzameling van naoorlogse kantoorpanden, vooroorlogse fabriekspanden en verschillende utilitaire faciliteiten gaf een verscheidenheid in architectuur naar stijl, bouwjaar en functie, maar zal sterk worden afgeslankt. De infrastructuur is zeer modern, behalve enkele overgebleven buizen boven een weg en voetpad. Al de (vrijgekomen) ruimte zal met name worden gebruikt voor nieuwbouw met een moderne architectuur, waarbij de imposante verschijning van de Hoge Rug en het Klokgebouw zal worden overschaduwd door nieuwe hoogbouw. De morfologie en architectuur wordt sterk aangetast. Mijn teleurstelling is dat de transformatie zo intens is, dat het karakter, de sfeer en de levendigheid van Strijp-S en –R is verdwenen; het wordt een nieuw gebied in plaats van een gebied met een rijk-historisch karakter.
Dit is absoluut geen nostalgie. Ik pleit niet voor historiserende nieuwbouw, maar wel voor de zichtbaarheid van het verleden in de oudbouw waar de Eindhovenaar trots op kan zijn. Men had hiervoor veel terughoudender moeten zijn met sloop en nieuwbouw. Excuus voor mijn kritische uitgangspunt. Echter, de betrokken (plan)ontwikkelaars en overheidsinstanties hadden naar mijn mening juist meer kritisch naar de historische waarde voor de stad van deze twee voormalige fabrieksterreinen kunnen kijken.
Wat vindt u van de plannen voor nieuwbouw op Strijp-S?
Johan says:
Aug 30, 2016
De vroeger-was-alles-beter mentaliteit als je het mij vraagt. Ik woon pas 7 jaar in Eindhoven, dus heb gelukkig geen last van die hang in het verleden. Toen ik hier kwam wonen, was Eindhoven een saaie, grauwe betonnen stad. De TU/e gebouwen waren verouderd, de cafés (Stratum) draaiden op historie en er was maar weinig om trots te laten zien aan buitenstaanders.
Inmiddels staat Eindhoven al jaren in de steigers. Het meeste gebeurd er inderdaad op en rondom Strijp-S. Maar ook in het centrum staan er een flink aantal nieuwe appartementscomplexen, worden wegen opgeknapt en laten ze de enkele monumentale panden steeds beter uit de verf komen. Er zijn een flink aantal leuke, gezellige plekjes bijgekomen om te eten en te drinken. Veel van deze nieuwe ontwikkelingen hebben niets met het verleden te maken. Gelukkig maar. Al dat beton en zware industrie maakt niemand vrolijk. Behalve dan de mensen die in het verleden blijven hangen.
Rutger Noorlander says:
Aug 30, 2016
Bedankt voor jouw perspectief op de ontwikkeling van Eindhoven.
De ontwikkeling van Eindhoven de afgelopen 100 jaar is grotendeels te danken aan Philips. In de afgelopen eeuw werkte een groot deel van de bevolking direct of indirect voor Philips op onder andere Strijp-S en Strijp-R. De lokale bevolking heeft hierdoor een diepe verbondenheid met Philips en zijn industrieverleden.
Je noemt dat je Eindhoven een grauwe stad met weinig karakter vond toen jij er kwam wonen. Dit kan ik niet geheel ontkennen. De snelle ontwikkeling van de stad heeft als gevolg dat een merendeel van de bebouwing naoorlogs is met een stijl die jij grauw noemt met veel beton. Dat is vrij subjectief. Echter het ontbreekt aan een diversiteit aan architectuur in de bebouwing in Eindhoven. De (voormalige) bebouwing en karakteristieken van Strijp-S en Strijp-R verhoogde echter de diversiteit. Een deel hiervan is gesloopt. In de huidige plannen, zullen de iconische gebouwen (het Klokgebouw, de Hoge Rug) letterlijk in de schaduw van de hoge nieuwbouw komen te staan en daarmee hun karakter van een succesvol verleden verliezen. Dat is zonde in een stad die al weinig diversiteit aan bebouwing heeft. Dan zou men de diversiteit niet moeten onderdrukken of slopen, maar juist het karakter vieren en waarderen.
Desalniettemin heeft elke stad karakter, onafhankelijk of dit grauw, oud, nieuw, saai, mooi of lelijk is. Een zorgvuldigere omgang met de karakteristieken van Strijp-S en Strijp-R was gepast om een stukje typisch Eindhoven te behouden in de toekomst.
Wat vind jij mooi aan Eindhoven?
Peterus says:
Sep 1, 2016
Jarenlang gewerkt op Strijp S en vind dat het gebied net als R verkracht is en zoals op zo veel plaatsen een allegaartje van onsamenhangende bebouwing geworden door financiële prikkels en onkunde. Enige afstand bewaren tot historische bebouwing is ook hier niet gebeurd. De sloop van een groot gedeelte van het fraaie CFT-gebouw is belachelijk en de bouw van een bioscoop in het rijksmonument een onzinnig plan. Eindhoven heeft veel praatjes, maar weinig inhoud.
Rutger Noorlander says:
Sep 1, 2016
Beste Peterus, bedankt voor uw reactie. U verwoordt uw gevoelens bij de plek Strijp-S en Strijp-R krachtig, en prachtig. Het zijn deze gevoelens van (voormalige) gebruikers en bewoners die vaak niet worden meegenomen in de planontwikkeling en de financiële kant van een herontwikkeling, terwijl het juist deze verbondenheid is die een plek levendig en interessant maakt. ‘Levendigheid’ en een sprekende stedelijke omgeving zijn vaak kenmerken die planmakers nastreven, maar die zelden in nieuwbouw terug kunnen worden gevonden. Het lijkt alsof ‘geschiedenis’ en ‘erfgoed’ worden gebruikt als zoetmakertjes in de plannen terwijl deze lokale karakteristieke elementen in de uiteindelijke transformatieopgave niet tot hun recht komen. Dit kan worden terug gezien in de onbeduidende rol van erfgoed in een herontwikkeld gebied, waar erfgoed dikwijls is overwoekerd door nieuwe ontwikkelingen in plaats van dat het zijn kracht en glorie heeft kunnen behouden. Eigenlijk wordt erfgoed en verbondenheid met een plek zoals u het beschrijft niet goed begrepen.
Om dit te verduidelijken, verwijs ik u graag door naar een essay van J. van den Biggelaar, waarin hij duidelijk de ondergeschikte rol van het erfgoed in de herontwikkelingsplannen van Strijp-S beschrijft en visualiseert.
Gijs K says:
Sep 1, 2016
Ik werk nu 6 jaar op Strijp S in het Klokgebouw. Ik zou u graag willen wijzen op de leidingstraat die volgens mij wel degelijk de karakteristiek uit het verleden tot in detail combineert met hedendaags gebruik. Dit is op die strook tot in het straatmeubilair en de bestrating en de verlichting op de leidingen er boven uitgevoerd.
Ik denk dat uw kritiek vooral de plekken betreft waarin overwoekering plaatsvindt. Daar, waar misplaatste aandachtstrekkerij omdat het kan plaatsvindt, zonder heden of verleden. Die plekken zijn er ook op Strijp S. Maar niet uitsluitend.
Het is niet fair om de hele herontwikkeling van Strijp S af te schrijven, want er zitten pareltjes van plekken tussen die gelukt zijn. Alleen geldt dat voor sommige plekken niet. Zo is in het trappenhuis van het Klokgebouw een wanstaltig gekrabbel op de muur gekomen, wat geen enkele relatie met het gebouw of de historie er van heeft, maar wel heel veel negatieve aandacht trekt. Vandaar dat ik met de lift ga. Een lift, waarvan de traagheid monumentaal genoeg werd geacht om behouden te blijven, waardoor je er echt door onthaast (of je nu wilt of niet).
Wat ik mis in het artikel is het onderscheid tussen gelukte en mislukte plekken op plekniveau. De hele handel afschrijven gaat mij te ver, al begrijp ik de kritiek op die plekken die inderdaad overwoekerd worden door aandachtstrekkerij die geen laag vormt bovenop datgene wat er al is, omdat er geen relatie wordt gezocht. En dat wekt irritatie op.
Rutger Noorlander says:
Sep 7, 2016
Beste Gijs,
Bedankt voor je reactie. Excuus, ik heb geprobeerd niet al te negatief over te komen. Natuurlijk heeft Strijp-S erg mooie ontwikkelingen die een erg mooie toevoeging zijn in de stad. De pers en de wetenschap zijn vaak erg lovend over de herontwikkeling van Strijp-S, terwijl veel waardevol erfgoed is verdwenen.
Ik wil graag een kritisch tegenlicht geven, zodat men niet altijd de positieve verhalen voor lief hoeft te nemen, maar juist voor het eigen erfgoed op mag komen. De leidingstraat is een mooie stukje bewaard fabrieksgeschiedenis. Ook de stalen constructie boven de Ingenieur Kalffslaan is een mooi overblijfsel, alleen jammer dat de weg eronder volledig is gemoderniseerd. Het geeft een mooi beeld van wat er in het verleden allemaal op de plek is gebeurd en welke betekenis het voor de stad heeft gehad.
Toen ik een tijdje terug door het atelier van Piet Hein Eek liep, kwam bij mij het herkenbare gevoel van de Philipsbouw terug. Daar rook ik nog de muffe, vochtige muren en zag de plexiglas achtige ramen en de typische architectuur. Dat doet mij terugdenken aan het rijke verleden van de plek.
Ik wil je graag wijzen op het essay van J. van den Biggelaar: Transformatie van het industrielandschap Strijp-S. Hij heeft de herontwikkelingsplannen van Strijp-S geanalyseerd en ook tekeningen van de plannen toegevoegd. De ruimte die door het slopen is vrijgekomen worden nu erg gewaardeerd en gebruikt als open ruimte. Echter zal deze open ruimte worden volgebouwd met hoog nieuwbouw en een ondergrondse parkeergarage voor duizenden auto’s. De imposante aanblik van het Klokgebouw en de Hoge Rug zal letterlijk worden overschaduwd door nieuwe hoogbouw. De bouw die jij als ‘misplaatste aandachtstrekkerij’ bestempeld, zal dus in de toekomst het beeld van Strijp-S domineren. Naar mijn mening zal het karakter van Strijp-S nog meer verdwijnen. Deze vorm van nieuwbouw had heel goed op een andere plek plaats kunnen vinden. Het is erg jammer dat juist een plek met een rijke historie wordt gebruikt voor ontwikkeling in plaats van herontwikkeling. De prachtige elementen van Strijp-S en Strijp-R hadden in de herontwikkeling gebruikt kunnen worden ter verrijking van het gebied. Dat is niet gebeurd. De gemeente heeft zich laten overtuigen tot nieuwe ontwikkeling ten koste van het karakter van de plek. Dat is een gemiste kans.
Reinier van Abbe says:
Sep 22, 2016
Beste Rutger,
Omdat ik je artikel heb gelezen en hier met gemengde gevoelens in sta zou ik graag als Eindhovenaar met liefde voor de stad mijn visie op projectontwikkeling/ gebiedsontwikkeling met jullie delen.
EINDHOVENS MANIFEST VOOR INCLUSIEVE STADSONTWIKKELING
In het begin van de crisisjaren was de stemming introvert. Overheden bezuinigden en traden terug, banken waren defensief en het gros van de consumenten wachtten af. Het terughoudende klimaat fungeerde als katalysator voor de ontwikkeling van de participatiesamenleving. Actieve burgers staken niet alleen hun nek uit, ze staken ook de handen uit de mouwen. Zij sloegen hun armen in elkaar en namen door middel van zelforganisatie het voortouw om toch gemeenschappelijke doelen te realiseren. Door het collectieve verantwoordelijkheidsgevoel om te zorgen voor eigen ‘milieu’ ontstond meervoudige waardecreatie; de participatiesamenleving kwam met oplossingen voor grote opgaven waar we met z’n allen voor staan op het gebied van o.a. sociaal-maatschappelijke problemen, circulaire economie en de energietransitie.
Uit eigen beweging
Terwijl de bouwsector op slot zat doordat grote projectontwikkelaars vooral nanciële risico’s vermeden kwam er vanuit de samenleving een participatiebeweging op gang binnen de gebiedsontwikkeling. Een inclusief, complex, organisch proces dat zorgde voor een herwaardering van de relatie tussen burgers, stad en bestuur. De stad werd weer eigendom van haar inwoners. Steeds meer burgers werden en worden zorgzaam voor hun hernieuwde eigen leefomgeving.
Door deze ‘maatschappelijke gebiedsontwikkeling’ met een meervoudig waardevol binnenklimaat kwam de centrale positie van de klassieke projectontwikkelaar onder druk te staan. Zowel bij het starten van projecten als bij de afzet van eindproducten. Deze ontwikkelaars moesten wel innoveren om te overleven in de veelbewogen markt. Begin 2015 bleek uit een onderzoeksrapport dat aanleiding tot innovatie voor het gros van deze ontwikkelaars ‘het wegvallen van de marktvraag’ en ‘de teruglopende bereidheid tot nanciering’ was.
Toekomstperspectief
De intrinsieke motivatie van de participatiesamenleving om een duurzame stad te ontwikkelen blijkt ook nu nog niet bij iedereen te zijn doorgedrongen. Nu de markt aantrekt en nanciële middelen makkelijker lijken vrij te komen is er dus een risico om dit organische proces van gebiedsontwikkeling met meervoudige waardecreatie kwijt te raken. Grondposities en bouwplannen van voor de crisis worden ten gelde gemaakt. De vraag is of de gemeenschap en de gegroeide community van stadsmakers
de stad weer terug wil als plat verdienmodel. Of willen we de stad verder ontwikkelen als inclusieve, dynamische, toekomstbestendige plek om te wonen, werken, spelen, innoveren en onze vrije tijd te beleven? Uit liefde voor zijn geboorteplaats, die van zijn kinderen én toekomstige kleinkinderen pleit Reinier (32) voor Eindhoven voor dat laatste. En hij is niet alleen. De empathische ontwikkelaar staat op.
Inclusieve stadsontwikkeling
Als nieuwe, empathische ontwikkelaar doet Reinier samen met ervaringsdeskundigen uit het bestaande werkveld een poging om het organische proces te professionaliseren. Zij nemen daarbij niet volledig afscheid van planmatig ontwikkelen, maar leren van de vele inzichten die de crisis heeft opgeleverd. De ontwikkeling van binnenstedelijke gebieden is bij uitstek een complex proces. Belangenbehartiging van diverse stakeholders, het delen van risico’s, de balans tussen menselijk kapitaal en traditioneel kapitaal, e.d.; het is vooral een organisatie-opgave. Het is voor ieder gebied steeds weer opnieuw zoeken naar een nieuwe samenwerkingsvorm, met nieuwe verhoudingen tussen publiek en privaat. Empathie, niet te verwarren met meegaandheid, speelt hierbij een belangrijke rol. Het complex proces van mensen onderling duurzaam verbinden met een bewust vermogen zich in anderen in te leven vormt de basis voor de inclusieve stadsontwikkeling die Reinier voor ogen heeft.
Door middel van een GEDEELDE HOUDBARE MENTALITEIT op basis van ECOLOGISCH, MENSELIJK EN FINANCIEEL KAPITAAL met een GEMEENSCHAPPELIJKE VISIE en een FOCUS OP PROCES in plaats van EINDPRODUCT in een PERMANENT VERANDERLIJKE ALLIANTIE (mét eindgebruikers, pioniers en een faciliterende overheid) samen tot INCLUSIEVE STADSONTWIKKELING komen.
Het fundament voor de duurzame, inclusieve stad Eindhoven.
Met vriendelijke Groet,
Reinier van Abbe
Rutger Noorlander says:
Sep 22, 2016
Beste Reinier,
Wat een mooi manifest. Ik ben het er helemaal mee eens. De herontwikkeling van Strijp-S en Strijp-R zijn zeker voorbeelden van de ‘oude’ manier van stadsontwikkeling. Het plan is ook al jaren geleden opgezet, zelfs voor de crisis. Het is een voorbeeld van (weliswaar een verkapte vorm van) gentrification: de oorspronkelijke gebruikers en bewoners (uit de omliggende Philips arbeiderswijken) zijn totaal geen onderdeel van de plannen geworden. Het gebied is gladgestreken voor de slimme en rijke Eindhovenaar en internationale kennismigrant, terwijl het karakter (wat men graag wilt behouden) juist wordt bepaald door de arbeiderscultuur. Inclusion, het betrekken van bewoners/gebruikers bij de planontwikkeling, is iets van deze tijd en is een kenmerk van een eerlijke stad, maar wordt nog niet veelvuldig toegepast.
Wat betreft participatie hoop ik dat in Eindhoven de burger sterker gaat opkomen voor zijn erfgoed, verleden en karakteristieken. Eindhoven is niet een stad van ontwikkelaars en architecten, maar in eerste plaats de stad van de bewoners en gebruikers die er zijn geboren, opgegroeid, gewerkt, gemaakt, gedaan, overleden, enz. Er liggen sentimenten die al regelmatig hard door de bulldozer zijn weggehaald uit de omgeving, en uiteindelijk ook uit de herinneringen zullen verdwijnen. Behoud van het spaarzame overblijfselen uit het verleden kunnen de stad karakter geven. Dat neemt absoluut niet weg dat nieuwbouw mooi kan zijn en er plaats moet zijn voor nieuwe ontwikkelingen.
Helaas geldt vaak nog: degene die betaald, bepaald. Doordat in jouw manifest weinig ruimte geeft voor winst van ontwikkelaars, lijkt er weinig animo voor te zijn. Dat karakteristieken een herontwikkeling juist mooier maken en daarmee de winst kunnen laten groeien, wordt nog niet erkend. Erfgoed wordt helaas vaak tot last gezien, in plaats van als lust te worden gebruikt.
Dankjewel!
Wil says:
Sep 22, 2016
Al ben ik geen stedebouwkundige ik zie wel dat er in Eindhoven weinig tot geen behoefte is om historische gebouwen te bewaren. Alles wat niet “modern” is moet tegen de vlakte ten behoeve van monsterlijke gebouwen met veel spiegelglas. Gelukkig is beton een beetje uit de mode geraakt want Eindhoven leed letterlijk aan vergrijzing.
Nee, Eindhoven wordt er niet mooier op en is hard op weg een karakterloze stad te worden waar alle historie uit is gesloopt.
Rutger Noorlander says:
Sep 22, 2016
Dankjewel voor je reactie, Wil. Precies, Eindhovenaren dienen op te komen voor hun geschiedenis, hun erfgoed en het behoud van hun verleden en karakteristieken. Nieuwbouw zal altijd de overhand blijven houden in een jonge stad als Eindhoven, maar dat betekent niet dat dit ten koste hoeft te gaan van oudbouw. Oudbouw, erfgoed en karakteristieken zijn erg belangrijk voor de creatie van de lokaal gebonden (Eindhovense) identiteit.
Pieter says:
Sep 22, 2016
Als bewoner van Strijp-S wil ik graag reageren op dit artikel.
Ik vind het inderdaad heel jammer om te zien dat – kennelijk – ook hier het geld regeert en er niet-samenhangende, veel nogal karakterloze nieuwbouw gerealiseerd wordt. Dit is naar mijn mening tevens een gevolg van het feit dat er niet één projectontwikkelaar of woningcorporatie verantwoordelijk is voor het gebied (of een écht samenwerkingsverband), maar verschillende. Tel daarbij op de eigendomssituatie en toewijzingscriteria van de grond in dit 27Ha grote gebied en voilà: een rommeltje.
Door het flink volbouwen van het gebied, zal bovendien het open en ruimtelijke karakter, dat op dit moment m.i. juist ook veel van de ca. 1,3 miljoen bezoekers per jaar trekt, grotendeels verdwijnen. Ook zal dat tot gevolg hebben dat een aantal evenementen die er nu plaatsvinden, straks niet meer op die unieke locatie georganiseerd zullen kunnen worden – simpelweg door ruimtegebrek.
Dat daarbij de Hoge Rug met zijn (in mijn ogen zeer geslaagd herontwikkelde) Rijksmonumenten, zeker aan de Zuidzijde, straks vrijwel volledig uit het zicht verdwijnt door nogal karakterloze, niet passende nieuwbouw die hoger is dan die historische panden is in mijn ogen een onvergeeflijke fout.
Verschillende (deel)projecten zijn in mijn ogen echter zeker wél geslaagd, en dat mag ook gezegd worden: de eerder genoemde Hoge Rug (Veemgebouw, Anton, Gerard, Apparatenfabriek), Klokgebouw, Machinekamer, Ketelhuis, Natlab, Videolab en Glasfabriek. Dat dit alleen historische gebouwen betreft, is helaas geen toeval.
Alles altijd maar willen behouden lijkt mij niet mogelijk en niet wenselijk, en ik ben ook zeer zeker niet tegen nieuwbouw, maar dat het beter had gekund dan dit, meer integraal (of véél spectaculairder!) en als echte onderdelen van een groter geheel, lijkt me overduidelijk. Jammer hoor, echt een gemiste kans in mijn ogen.
Tot slot nog enkele opmerkingen:
– Strijp-T is tot op heden een industrieterrein (waar ook nog niet heel veel gebeurd is sinds Philips daar weg is), waar voor zover mij bekend ook geen woonfunctie geprojecteerd is, dus dat is een totaal andere insteek;
– Strijp-R ken ik niet goed genoeg dus daar doe ik geen uitspraken over;
– Het Natlab/CFT gebouw is geen Rijksmonument, het is een gemeentelijk monument (met beperkte bescherming). De gedeeltelijke herbestemming van het Natlab/CFT gebouw tot cultureel centrum is m.i. zeker geslaagd, waarover reageerder Peterus kennelijk heel anders denkt. Mijn vraag is dan: Wat had men er in uw ogen dan wél mee moeten/kunnen doen? Want iets onzinnig noemen is gemakkelijk, maar weinig constructief;
– Qua sloop op Strijp-S staat volgens mij op dit moment alleen het huidige BOSCH-gebouw (gebouw SFF, het voormalige hoofdkantoor van de Philips Consumer Lifestyle divisie) op de lijst, als de huidige huurder daar over een jaar of 7 vertrekt. Wat jammer zou zijn, want het gebouw is in mijn ogen een markant voorbeeld van een typisch jaren-70 kantoorgebouw, met een gevel bestaande uit grindbetonnen tegels, dat wellicht nu niet als ‘mooi’ of ‘karakteristiek’ gezien wordt, maar over enkele decennia vast veel mensen zal aanspreken. Mogelijk kan de auteur van dit artikel aangeven welke panden op Strijp-S er – kennelijk – nog meer op de slooplijst staan? Daar ben ik erg benieuwd naar.
Rutger Noorlander says:
Sep 22, 2016
Beste Pieter,
Bedankt voor je reactie. Klopt, de bewaarde onderdelen op Strijp-S zijn mooi opgeknapt en onderdeel van de huidige (lege) omgeving, maar, zoals je zegt, zal dit veranderen.
Waarschijnlijk om de enorme (en daarmee dure) parkeergarage te kunnen bekostigen die ondergronds op Strijp-S zal worden gebouwd en plaats zal geven aan duizenden auto’s (totaal op Strijp-S dient er ruimte te worden gecreëerd voor meer dan 5000 geparkeerde auto’s, grotendeels in deze parkeergarage), dient er flink te moeten worden ontwikkeld boven de grond. Het lijkt een beetje een oorzaak-gevolg verhaal, waarbij de eerste buitensporige ontwikkeling een andere buitensporige ontwikkeling als gevolg dient te hebben, enz, enz. Velen willen graag hun ‘plasje’ achterlaten op een (her)ontwikkeling.
Strijp-T (De Beuk) heb ik als voorbeeld gebruikt om de oorspronkelijke, en naar mijn mening verloren, karakter van Strijp-S en Strijp-R te kunnen proeven, ondanks dat Strijp-T een nieuwer bedrijventerrein is en nog zodanig in gebruik is heeft het wel een vergelijkbaar karakter.
Fiets een keer naar Strijp-R, nog geen 5 minuten fietsen van Strijp-S. De gebouwen die gebruikt worden door Piet Hein Eek geven nog (heel beperkt) de oorspronkelijke bebouwing. Wanneer je tussen deze twee gebouwen door loopt, loop je vanuit het oorspronkelijke Strijp-R de nieuwe bebouwing in. Ik ben benieuwd naar jouw sfeerimpressie en of je de tegenstelling die ik beschrijf, ook ziet.
Klopt, het Bosch gebouw staat nog op de lijst om gesloopt te worden. Dit gebouw is samen met enkele andere (gesloopte) gebouwen tekenend voor de diversiteit aan architectuur en bouwjaar van de Philipsbouw, en dus tekenend voor de groei van Philips en de groei van Eindhoven. De nieuwe generatie is bij de herontwikkeling niet gewaardeerd. Of had men de zichtbaarheid van de ontwikkeling van Philips in de architectuur niet erkend/ontdekt? Wist je dat het NatLab ook op de slooplijst stond maar is behouden na protest van burgers?
Zie de ontwikkelingsplannen in grafische vorm op: http://www.strijp-s.nl/nl/ontwikkeling. Hier is te zien dat zullen worden gesloopt: het Bosch gebouw, het gebouw naast het Glasgebouw (ik kan de naam even niet vinden), het gebouw waar het Summa college zit en het gebouw/loods in de Spoorzone waar nu Monk zit. Door de crisis (ook in de bouw) is de sloop van deze gebouwen uitgesteld.
Pieter says:
Sep 23, 2016
Rutger,
Mag ik vragen waar dat verhaal over die ‘enorme ondergrondse parkeergarage’ vandaan komt? Voor zover ik weet, is iedereen die op Strijp-S een woonproject (of school) wil ontwikkelen, verplicht om parkeergelegenheid uit-het-zicht te realiseren, on-site of off-site. En tot nu toe gaat dat ook daadwerkelijk zo: SAS-3 ondergronds, St. Lucas off-site, Blok59/61/63 ondergronds, huidige zuidelijke nieuwbouw deels ondergronds, deels off-site, Trudo huurders in het Veemgebouw enzovoorts. Dus ik zie niet waarom die alsnog gerealiseerd zou moeten worden?
Houd er rekening mee dat die ‘tijdlijn’ op die website een momentopname is, die inmiddels alweer deels achterhaald is, zowel qua jaartallen als qua inhoud. Bijvoorbeeld: in eerdere plannen zouden de skate- en BMX-hal achter gebouw Anton, ofwel Area51 en 040BMX, verdwijnen en plaats maken voor een woontoren (Condotoren). Inmiddels is die toren van de baan en is besloten die hal op te knappen en er overheen te bouwen (project Haasje Over), zoals het er nu uitziet zo ongeveer alleen nog van gebouw Anton gescheiden door de Leidingstraat – helaas.
Dan een aantal feiten:
Het gebouw (eigenlijk de twee gebouwen) tussen het Glasgebouw en de Portiersloge, die volgens die website op de slooplijst staan, heten SX (naast de Portiersloge) en Videolab. Vooral SX zou m.i. jammer zijn, want dat is in z’n kern de op dit moment oudste bebouwing (1914) op Strijp-S, ouder dan bijv. de Hoge Rug en het Klokgebouw. Het is grondig onder handen genomen en er zitten nu een aantal bedrijven die zich bezighouden met sport, marketing en media. Het staat dus nog te bezien wat daarmee gaat gebeuren.
Monk is qua activiteit geweldig, maar zit in een soort opslagloods die m.i. allesbehalve bijdraagt aan het karakter van het gebied.
Het gebouw waar het Summa College in zit is eigenlijk geen onderdeel van Strijp-S; het staat net daarbuiten aan de andere kant van de Kastanjelaan (en staat dus ook niet op die ontwikkelings-tijdlijn). De heren Foolen en Reijs willen dit gebouw graag herontwikkelen tot woningen, maar dat verzoek is door de gemeente – althans voorlopig – on hold gezet. Volgens mij zijn er geen sloopplannen voor.
Wat inderdaad nog wel op de lijst staat om gesloopt te worden (in 2022), is het huidige gebouw SFH, tussen Videolab en Kastanjelaan, waar deels Philips nog in zit. Maar wie weet…
Afgezien van dit alles, wordt ‘de beleving’ van een gebied gelukkig ook bepaald door de bewoners, de bedrijvigheid, de winkeltjes, de evenementen enzovoorts. De toekomst zal uitwijzen hoe een en ander op Strijp-S uitpakt. Daarbij is m.i. ook een factor van belang dat er op Strijp-S, maar vooral ook daaromheen, sprake is van veel sociale huurwoningen, die recentelijk voor een deel ook weer serieus gerenoveerd zijn (maar nog steeds sociale huur). In hoeverre er dus sprake zal zijn van de negatieve kanten van gentrificatie (bijvoorbeeld verdringing), staat te bezien. Een wijk die serieus in ontwikkeling is, dat is het enige dat zeker is op dit moment. Met daarbij ook ontwikkelingen die ik persoonlijk niet heel geslaagd vind, maar ja. Ik ben benieuwd waar we over een paar jaar staan!
Navah says:
Sep 22, 2016
Ik ben bewoner op Strijp S. Woon hier sinds de officiële opening van gebouw Anton (één van de voormalige Philips fabrieken). En ik begrijp waar meneer Noorlander het over heeft. Geduurdende de eerste paar jaar van hier wonen op strijp s was dat karakter van de wijk nog voelbaar. In zekere mate is dat er nog steeds op die plekjes waar Gijs K het over heeft maar dat is niet waar het in deze over gaat volgens mij. Het gaat om het algehele gevoel dat je in de wijk krijgt. En dat gevoel wordt sinds een jaar bij mij en enkele van mijn medebewoners aangetast. Nieuwbouw schiet uit de grond als paddestoelen en nog voor dat wij er nog maar aan kunnen wennen dat de oh zo prachtige horizon met het evoluon verdwenen is, lezen wij in dagbladen dat nog schrikbarendere plannen klaar staan.
Johan heeft het over de leuke restaurants die er zijn en een skatehal, maar weet hij van de plannen om strak tegen leidingstraat aan te bouwen? En dan spreken we niet over laagbouw uiteraard. Wat inhoud dat een van die leuke restaurants mét karakter (het retro fondu restaurant) per december z’n koffers kan inpakken. Het zelfde geld voor PIC (plug in city), een stukje grond dat op eigenzinnige mannier op is gebouwd door creativelingen die hier hun atelier hebben gevestigd. Ook zei moeten wijken voor nieuwbouw. Kanttekening daarbij is wel dat we wisten dat dit niet voor eeuwig was maar toch, een deel van wat de wijk dat karakter gaf verdwijnt weer.
Hier wonen voelde als iets wat zeer bijzonder was, een beetje Berlijn achtig. Als een plekje waarvoor je in andere steden als Berlijn, Parijs of Lissabon een uurtje extra reist om in dat hippe wijkje te kunnen relaxen.
Dat gevoel is op het moment nog niet compleet verloren maar met de verbouwing van het natlab in wat nu het Sint Lucas college is, waarbij van buiten niets meer van het oude zichtbaar is, en al die andere nieuwbouw plannen is het voelbaar dat strijps s binnen aanzienlijke tijd niet meer die spanning zal hebben die het heeft/had.
Eerdere kritieken hierboven hebben het over sentiment alsof dat een vies woord is maar gevoel is toch precies waar het om gaat wanneer je het over de beleving van een wijk hebt. En dat komt van iemand die voor hier gewoond te hebben nog nooit eens van strijp s gehoord had.
Rutger Noorlander says:
Sep 22, 2016
Beste Navah,
Bedankt voor je reactie. Het klopt, je gevoel bij de wijk wordt bepaald door het karakter. Daarom is een gevoel bij een nieuwbouwwijk anders dan het gevoel in een historische wijk (zoals de grachtengordel in Amsterdam). Het karakter van een plek is niet makkelijk te bevatten bij herontwikkeling. Daarom zijn er verschillende handvaten door de overheid gegeven in de vorm van Karakterschetsen en door het Netwerk Erfgoed en Ruimte. Het is vooral zaak de oorspronkelijke bewoners en gebruikers mee te nemen in de planvorming bij herontwikkeling. Dat is hier duidelijk niet (juist) gebeurd. Op Strijp-S en Strijp-R is er sprake van gentrification en jij maakt ook deel uit van dit proces. De oorspronkelijke bewoners van de omliggende (voormalige) arbeiderswijken worden langzaam weggedrukt door stijgende huren, sloop en renovatie. Jonge stedelingen die meer geld te besteden hebben nemen hun plek in. Zij investeren in de buurt en maken een buurt hip, aantrekkelijk en gezellig en trekken bijpassende functies aan als restaurants, winkeltjes, faciliteiten en festivals. Vervolgens wordt een buurt nog populairder en nemen de mensen die nog meer geld hebben de buurt over, want zij kunnen de stijgende woonlasten (als gevolg van een stijgend populariteit) betalen en willen graag in een populaire buurt met veel faciliteiten wonen. Al 10 jaar (!) geleden, beschreef de wetenschapper Tom Slater dit proces erg goed in een artikel genaamd: The Eviction of Critical Perspectives from Gentrification Research (http://www.srdg.co.uk/homes/tslater/evicton.pdf). Er ontbreekt een kritisch uitgangspunt. Zowel beleidsmakers als burgers kijken niet meer kritisch om hen heen wat er daadwerkelijk in hun (stedelijke) omgeving afspeelt en voordat ze het door hebben, is het stedelijke karakter langzaam aan het wegebben door de overmatige en onnodige sloop van karakteristieke gebouwen en het wegdrukken van de oorspronkelijke sociaal economisch lagere klassen. Dit maakt de stad oneerlijk.
Boudie Hoogedeure says:
Sep 23, 2016
Beste Rutger,
Graag kom ik met u in contact om eens verder van gedachten te wisselen over de plannen die in de maak zijn voor Strijp T.
Boudie Hoogedeure / GEVA Vastgoed
Rutger Noorlander says:
Sep 26, 2016
Beste Boudie, ik heb je gecontacteerd. Dankjewel.
Jeroen says:
Sep 26, 2016
Ik zou zeggen aan de beste meneer Noorlander: Kom zelf eens inventariseren hoe het hier in Eindhoven en omstreken wordt ervaren. Eindhoven zit al jaren in de groei, mede dankzij de Strijp buurten.
Daarnaast: vraag eens rond op Strijp-S, waar ik als medebewoner deel van uitmaak, hoe het bevalt.
De antwoorden kan ik je al geven: het bevalt de mensen hier en het wordt gezien als een innovatie.
Heel anders dan uw gemijmer over vroeger en uw hang in een nostalgie van het verleden… De plannen die hier zijn voor de nieuwbouw, evenals Strijp-R leveren vernieuwing op, in plaats van te blijven steken en aanmodderen in een historische stijl en de nabootsing hiervan. Zie alle nieuwe woonwijken met een jaren-30 insteek, als goed voorbeeld hiervan.
Uw kennis over dit gebied is gering en die van de structuur en de plannen die er voor de omgeving zijn, zo mogelijk nog geringer. Ik neem het u niet kwalijk, in het land der blinden is de een-oog immers koning.
Wat ik u wel kwalijk neem is dat u, nu nestelend in de Randstad met een hautain oog kijkt naar de ‘ grauwe stad’ Eindhoven? Mag ik u er op wijzen dat deze stad meer innovatie en vernieuwing doormaakt dan enkele van de steden in de Randstad? Geen wonder dat bedrijven zich hier vestigen, in een gebied waar innovatie, start ups en nieuwe technologie een bruisende vibe geven, waar je in pak hem beet Amsterdam te maken hebt met een stad die aanmoddert in een stad van vergane glorie, overspoeld door het massatoerisme … Schrijf daar over, in plaats van aandacht genereren met een artikel dat wankelt van de slechte research.
Rutger Noorlander says:
Sep 28, 2016
Beste Jeroen,
Gelukkig weet ik erg goed hoe de situatie in Strijp-R en Strijp-R was en momenteel is, omdat ik in Eindhoven ben geboren en opgegroeid, ik regelmatig rondom Strijp-R kom/kwam (zoals u had kunnen lezen) en meerdere bewoners en gebruikers in dit gebied ken en met hen over dit onderwerp heb gepraat. Ik heb een lokaal gebonden identiteit opgebouwd: ik voel me een Eindhovenaar. Het karakter wat, naar mijn mening, in Strijp-R is verdwenen en in Strijp-S (door de sloop en nog geplande nieuwbouw) ook langzaam zal verdwijnen, is een stukje geschiedenis wat van mij en alle Eindhovenaren is en is weggeknipt.
In tegenstelling tot vele nieuwkomers voel ik mij verbonden met Eindhoven en haar geschiedenis en ben ik zeer bekend met de vroegere situatie en het vroegere karakter. Het artikel stelt dat het erfgoed en het stedelijk karakter, wat tot alle Eindhovenaren behoort, langzaam verdwijnt. Dat is erg jammer en erg laat een vrij onverschillig uitgangspunt van de betrokken partijen zien.
Daarnaast, als stadsgeograaf, stel ik dat het erg onverschillig is dat men de grote toegevoegde waarde van historische gebouwen in de herontwikkeling en stedelijke ontwikkeling niet lijkt te erkennen. Oudbouw maakt een stad levendig, interessant en laat de geschiedenis van een stad zien waar de bewoners en bezoekers trots op kunnen zijn. In Eindhoven wordt dit grootschalig gesloopt en vele Eindhovenaren zijn hier, zoals ik weet uit gesprekken, niet blij mee.
Daarom is mijn doel uiteraard om de lezer een kritische een eigen mening te laten vormen over de omgang met lokale karakteristieken in Eindhoven. In hoeverre is er in de herontwikkeling van Strijp-S en –R daadwerkelijk rekening gehouden met het karakter van de plek? Mijn kennis hierover is zeker niet “gering”, zoals u suggereert. Ik heb hier, na onderzoek, een kritische mening over gevormd. Uw ‘beschrijving’ van mij is dan ook een beetje misplaatst en niet nodig. Ik wil graag de lezer triggeren zelf een kritische mening te vormen over het karakter van de herontwikkeling, wat u in de eerste regels doet.
Mark says:
Oct 5, 2016
Het huidige gebiedsonwikkelingsbeleid lijkt zich op een winstmaximalisatie te richten, waarbij er voornamelijk aandacht is om huisvesting te bieden met bebouwing die geen binding heeft met de bestaande architectuur, waarmee Strijp-S uiteindelijk gedegradeerd kan worden als nieuwbouwwijk. De nieuwe bebouwing is bepaald niet hoogstaand vanuit architectonisch oogpunt.
In verhouding tot bestaande bebouwing zoals Veemgebouw is nieuwbouw zoals Space-S niet in verhouding, waarbij het Veemgebouw bijna letterlijk in de schaduw van nieuwbouw komt te liggen.
Om de potentie van Strijp-S (en ook de omliggende buurten) te ontwikkelen zullen er combinaties van oud en nieuw gemaakt moeten worden. Moderne bebouwing kan hand-in-hand gaan met bestaande karakteristieke bebouwing, maar zal dan wel ingepast moeten worden in de omgeving
Rutger Noorlander says:
Oct 11, 2016
Beste Mark, bedankt voor je reactie. Precies, oudbouw en nieuwbouw kunnen hand-in-hand gaan waarbij de potentie van oudbouw als toevoeging in de bebouwde omgeving wordt erkend. Momenteel heeft juist dominerende nieuwbouw de overhand ten nadele van de toegevoegde waarde van oudbouw. Dat is erg jammer, want daarmee verdwijnt het waardevolle karakter van de plek.
Marenko van Doormalen says:
Oct 7, 2016
Beste Rutger,
Deze week even de moeite genomen om naar Strijp-R te lopen. Eerlijk gezegd kreeg ik spontaan een beetje medelijden met Piet Hein Eek. Het lijkt er daar meer op dat het gebouw van Piet Hein Eek tussen de nieuwbouw in verzonnen is in plaats van andersom. Sloophouten meubeltjes ontwerpen in een Vinex wijk! Jouw opmerkingen hierover zijn terecht en eerder nog te genuanceerd.
Strijp-s kende ik beter. Ik fotografeerde er veel en nog. Als straatfotograaf merk ik dat het karakter van het gebied steeds meer dood aan het slaan is. Het is alsof het gebied iets probeert te zijn wat het niet meer is. Misschien observeer je als fotograaf beter dan anderen en zie je wanneer de keizer geen kleren meer aan heeft.
Jouw artikel slaat de spijker op zijn kop. Degene die dat niet ziet, kijkt niet goed of steekt zijn kop in het zand!!
Rutger Noorlander says:
Oct 11, 2016
Beste Merenko, bedankt voor je reactie. Ik ben het met je eens. Het jammere (bij vooral Strijp-R) is: de nieuwbouw had niet op die plek geplaatst te hoeven worden, want in verschillende Eindhovense wijken is er ruimte voor dit type nieuwbouw ontwikkelingen. Ik hoop dat de Eindhovenaar wakker wordt en de waarde van zijn erfgoed gaat inzien.