Krijgt monumentenzorg te maken met een Big Crunch of een Big Chill? De Wageningse hoogleraar Joks Janssen trekt een verrassende parallel tussen de monumentenzorg en het heelal.
Samen met bijna een miljoen andere tv-kijkers schoof ik twee jaar geleden aan in de collegebanken van DWDD University. Natuurkundige Robbert Dijkgraaf gaf college over de oerknal. In vijfenveertig minuten nam hij ons mee op een fascinerende reis door ruimte en tijd. Dijkgraaf illustreerde op onnavolgbare wijze dat het heelal geen statisch geheel is, maar een dynamisch en expanderend fenomeen. Het is een fascinerende gedachte dat het heelal door een onzichtbare kracht wordt voortgedreven, uitdijt in alle richtingen. We bewegen ons met de snelheid van het licht naar een onbekende bestemming. Dat roept de vraag op of er ook grenzen zijn aan deze expanderende beweging? Kan het uitdijen van het heelal uiteindelijk niet ook omslaan in krimp? Zoals een ballon die je opblaast groter en groter wordt en uiteindelijk uit elkaar spat? Is expansie niet de voorbode van implosie?
Deze vragen kwamen weer boven toen ik onlangs het nieuwe boek van de Schotse hoogleraar Miles Glendinning over de geschiedenis van de monumentenzorg las. Het gaat hier niet om het zoveelste encyclopedische overzicht. Integendeel, Glendinning heeft een duidelijke boodschap. Hij beschrijft de opkomst van een vitale sociale beweging die zich zorgen maakt om de modernisering van onze leefruimte, maar de laatste twee decennia gedesoriënteerd lijkt. Beginnend bij de klassieke oudheid, de ‘oerknal’ van de monumentenzorg, concentreert Glendinning zich in zijn boek op de afgelopen twee eeuwen waarin de beweging zich institutionaliseert in een omvangrijk stelsel van wetten, internationale verdragen en conserveringspraktijken. Hij wijst erop dat de monumentenzorg zoals we die vandaag kennen sterk verbonden is met de moderniteit en de Westerse cultuur en dat ze, evenals andere moderne bewegingen, inmiddels aan het einde van haar Latijn is. Met deze diagnose verwijst Glendinning naar de beroemde filosoof Jean-François Lyotard die nog niet zo lang geleden stelde dat de grote moderne verhalen – van Marxisme tot psychoanalyse en vooruitgang – hun verklarende en richtinggevende kracht hebben verloren.
Langs dezelfde lijnen betoogt Glendinning dat de monumentenzorg sinds de jaren zestig van de twintigste eeuw aan autoriteit heeft ingeboet. Dit verlies is volgens hem gelijk opgegaan met de expansie van het ‘oorspronkelijke object van aandacht’, namelijk het monumentale gebouw. Immers, naast gebouwen zijn sinds de jaren zestig ook beschermde gebieden, cultuurlandschappen en immaterieel erfgoed binnen het bereik van de monumentenzorg gekomen. Waar gebouwen een materiële substantie kennen, die cultuurhistorisch te waarderen en te classificeren valt, gaat het bij immaterieel erfgoed om moeilijk grijpbare culturele praktijken. En alsof dat nog niet genoeg is, heeft de postnationalistische en postkoloniale acceptatie van veelvormige culturen en geschiedenissen volgens Glendinning de positie van de monumentenzorg verder verzwakt.
Hoewel ik de cultuurpessimistische analyse van Glendinning niet deel, werpt hij een aantal interessante vragen op. Is er een grens aan het expanderende ‘heelal’ van de monumentenzorg? En als door een alsmaar dynamischer erfgoedbegrip de grens tussen oud en nieuw verdwijnt, lost de monumentenzorg dan op in het parallelle universum van de ruimtelijke ordening? Of krimpt de boel ineen? Krijgen we te maken met wat sterrenkundigen de ‘Big Crunch’ – de totale ineenstorting – noemen, of met de ‘Big Chill’, waarbij de uitdijing oneindig zal doorgaan? Hoog tijd voor een DWDD University over de kosmologie van de moderne monumentenzorg.
Joks Janssen is hoogleraar ruimtelijke planning en cultuurhistorie aan Wageningen University en directeur van het kennisplatform BrabantKennis. Hij publiceert met enige regelmaat over nieuwe ontwikkelingen in de erfgoedzorg. Zo is hij medeauteur van Karakterschetsen, de nationale onderzoeksagenda Erfgoed en Ruimte, die in opdracht van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed is opgesteld. Joks Janssen op twitter: @joksjanssen