Ik schotel u wat ander voer voor dan u misschien gewend bent. Alhoewel. Het is voer van de werkvloer, met ingrediënten uit het Pamflet met tien suggesties voor de nieuwe rol van de erfgoedprofessional. En met voorbeelden uit de Brabantse plattelandspraktijk rond een wonderlijk kasteel en zijn pachthoeven.

Maar ook met voorbeelden van een monumentenland vol bureaucratie waarin ‘het verhaal’ nog slechts een amuse is. Op cruciale momenten wordt het eigen verhaal niet opgediend. Ik richt de blik op de plek. Dan worden stenen automatisch aan verhalen gekoppeld en wordt ook alledaagsheid boeiend. Daarvoor serveer ik u nieuwe termen als topobiografie, topisten en contourhistorie. Nu aan tafel!

Landelijk voer van een kasteelvloer. Foto: auteur

Landelijk voer van een kasteelvloer. Foto: auteur

Stenen zonder verhaal

Kasteel Heeswijk, 1957. In de eetzaal serveert pachtersdochter Annie de baron en barones in de schil gekookte aardappelen. “Bij ons thuis was dat varkensvoer!” Bij de poortwachter komt wijnkonijn op tafel, bereid met minstens 60 jaar oude wijn uit de kasteelkelders. Recept van grootmoeder die er keukenmeid was. De eetzaal, voorheen rijtuigmuseum, is nu brasserie, de woonkamer van de poortwachter, eerder smederij, nu horecakantoor. De wijnkelder is bij de herbestemming tot feestzaal volledig gesloopt. Een kasteel zonder wijnkelder, stenen zonder verhaal. We zijn blind voor de alledaagsheid van een ruimte.

Kritische massa

We zijn nog behoorlijk blind voor gelaagdheid, ensembles, het eigen verhaal en verbeeldingskracht. Verschansen erfgoedprofessionals zich nog niet graag in Das Schloss van Kafka? Houden wachters van ‘Kafkakastelen’ die papierschatten bureaucratisch beschermen niet angstvallig de poort gesloten als we voer komen bezorgen voor vernieuwende visies op erfgoed en ruimte? Doemt Dracula er nog op die niets moet hebben van de innovatieve professor die transfusie toedient om vitaal te blijven? Charles Landry, bekend van het boek The Creative City, stelt: laten we zoeken naar de kritische massa die plekken doet bruisen!

 

Pachthoeve van Kasteel Heeswijk, waar al vijf eeuwen wordt geboerd. Op de achtergrond het kasteel. Foto: auteur

Pachthoeve van Kasteel Heeswijk, waar al vijf eeuwen wordt geboerd. Op de achtergrond het kasteel. Foto: auteur

Topobiografie en topisten

Plekken kun je lezen als cultuurbiotopen. Dan valt alles door de tijd heen letterlijk op zijn plek, hoge en lage, zeldzame en alledaagse cultuur. Stenen en verhalen, ik noem het topobiografie. Mensen van de plek noem ik topisten. Ik observeer plekken, koppel historisch materiaal eraan en verhoor zowel erfgoedprofessionals als topisten. Wil ook zien hoe de hazen lopen! En brainstorm met jonge professionals over innovatie en verbeeldingskracht. Met de focus op site-specific storytelling registreerden we kenmerken en merkwaardigheden van 77 pachthoeven die bij Kasteel Heeswijk hoorden. Wat gebeurde er allemaal, feodaal, monumentaal, museaal, ruraal én triviaal? ZIEHIER! “…wonderlijk voor onze oogen”, aldus het bidprentje van de laatste kasteeljonker.

Sporen en contourhistorie

Om zijn kapitale goed te behoeden voor geldzuigers, plaatst de laatste jonker het kasteel met al zijn pachthoeven in 1895 een mensenleven lang onder bewind. De adel is zuinig, de bewindvoerder nog zuiniger. Ideaal voor behoud van historische boerderijen?! Het pachtcontract ging uit van daken, gedekt met “best geschud roggestroo”. De helft brandde af en werd herbouwd. Dus is de monumentenlijst kort. Maar als we ook focussen op sporen en contourhistorie is sprake van een boeiende boerderijencollectie waar mensenleven en mensenwerk van af druipen. “Boeren, burgers en buitenlui!” is het thema van Open Monumentendag 2017. Laten we plekken eerst leren lezen en beginnen bij buiten. ZIEHIER! Gesloten Monumentendag…

De Kamerse Hoeve, een wederopbouwensemble, kort na de bouw en nu, met hellingstal. Links de afgebrande hoekgevelboerderij en een gedenknaald op de akker van de pachtboer. Historische foto’s: BHIC. Actuele foto: auteur.

De Kamerse Hoeve, een wederopbouwensemble, kort na de bouw en nu, met hellingstal. Links de afgebrande hoekgevelboerderij en een gedenknaald op de akker van de pachtboer. Historische foto’s: BHIC. Actuele foto: auteur.

Leren lezen en durven aanbellen

Alleen al bij de bevrijding in 1944 brandden 13 pachtboerderijen af. De staat bouwt noodboerderijen, vervolgens wederopbouwboerderijen. De Kamerse Hoeve waar dienstmeisje Annie woonde, is zo’n moderne wederopbouwboerderij. Stalraampjes van schokbeton, zolders van holle steen, ventilatiekoker op het dak, slaapkamers boven, gang, closet, diepe kelder, stroom. De boer van nu heeft een hellingstal (innovatieve potstal). De noodboerderij op de plek van de afgebrande eeuwenoude kasteelboerderij is nu burgerwoning met doorzonramen. Bij de aanwijzing in 2014 tot gemeentelijk monument is de nog gave “Kameren 5” niet herkend als wederopbouwensemble, de bijgebouwen niet cultuurhistorisch waardevol bevonden. Ook erfgoedprofessionals moeten plekken nog leren lezen én durven aanbellen bij topisten!

De innovatieve boerderij

Als in de Nonnenbosse Hoeve buiten Schijndel de potstal groepstal wordt, legt de boer rails aan om de mest per kiepkar naar de mestvaalt te transporteren. Gekocht van een failliete steenoven in de buurt. Innovatie! De typisch Brabantse hoekgevelboerderij is rijksmonument geworden. De kiepkar en rails zijn niet geregistreerd, maar boer Anton koestert ze spontaan op de oude stal. Voor zijn 100 koeien bouwde hij een zon-voor-asbest stal. Tegelijkertijd vond Winy Maas (MVRDV) met De Glazen Boerderij midden in Schijndel de kritische massa die het dorp duurzaam doet bruisen!

De glazen boerderij, Schijndel, ontwerp: MVRDV. Foto: auteur.

De glazen boerderij, Schijndel, ontwerp: MVRDV. Foto: auteur.

De innovatieve golfplaat

De Oortse Hoeve (rijksmonument) van de gebroeders Van der Zanden is behalve een eeuwenoude jachtkamer-boerderij een (onbeschermde) creatief-met-golfplaat biotoop. Streekeigen golfplaten hielden jarenlang ook het authentieke (lekkende) strodak van de boerderij in stand. Sinds de restauratie is alles streekvreemd riet. Wel hebben alle (herbestemde) bijgebouwen nog een hoog golfplaatgehalte: de schaapskooi die koestal werd, de schop varkensstal, de hooischuur schop, kippenkooien varkenshok en de eerste melkstal rommelhok. Hoe gaan we nu bij herbestemming of asbestsanering om met zo’n spontane golfplaatbiotoop? Alles weg? Innovatieve impregneertechnieken uitproberen? En wat met de metalen golfplaat, het meest innovatieve bouwmateriaal uit de IJzeren eeuw (patent 1829)? Australië experimenteert zelfs met het conserveren van verroeste golfplaten. Zijn golfplaten inferieur? Van Brabantse boeren tot toparchitecten als Glenn Murcutt, Frank Gehry of Rem Koolhaas: golfplaat gebruiken ze allemaal!

Laten improviseren

Hooi bergen gebeurde bij de onderzochte pachthoeven op zolder, in mijten, een parapluberg of hooischuur. Ook in ijzeren hooibergen. De eerste verschijnen in Nederland al rond 1880, met luchtkokers tegen hooibroei. Innovatie! Brabant beleeft nu een bloeitijd van alternatieve hooiberghistorie. Streekvreemde schuurbergen schieten voor recreatief gebruik als paddenstoelen uit de grond. In de gemeente Landerd gaat de stimulering van ‘authentieke’ hooibergen zelfs zover, dat ze niet meetellen voor het volume dat op een erf mag worden bijgebouwd. Jonge architecten laten improviseren op het thema hooibergen zal Siteseeing Brabant vast veel boeiender maken!

 

Kasteel Heeswijk omstreeks 1895, een en al verbeeldingskracht. ‘Nijdige leeuwen en gapende vuurmonden.' Foto: archief auteur

Kasteel Heeswijk omstreeks 1895, een en al verbeeldingskracht. ‘Nijdige leeuwen en gapende vuurmonden.’ Foto: archief auteur

Verbeeldingskracht

Terug naar het Heeswijks kasteel. In 1871 bouwen de kasteeljonkers voor hun spraakmakend museum een onhistorisch machtige IJzertoren die met “nijdige leeuwen en gapende vuurmonden” de middeleeuwen moet verkopen. Een en al verbeeldingskracht, zoals nu De Glazen Boerderij! Het is spontaan vrijetijdswerk van architect Piet Snickers, bureauchef van Pierre Cuypers in Amsterdam als het Rijksmuseum nog een plan is. Weg kanonnen, weg wijnkelder, weg verbeeldingskracht toen het kasteel werd bezet door ‘stenografen’! Laat in ons belevingstijdperk (niet alleen) een kasteel bezetten door scenografen die spelen met het verhaal van de eigen plek, ook om er garen bij te spinnen. Elke plek is uniek!

Een toekomst zonder monumenten

Hoe urban futures gaan functioneren zonder fossiele brandstoffen, is voer voor creatievelingen, promoot hoogleraar Maarten Hajer. Durven wij creatieve geesten los te laten op rural futures die functioneren zonder monumenten?! Laat ze een soepel en spannend sterrenstelsel bedenken waarmee legale ‘kafkaïnelabs’ kunnen worden opgerold! Flauw? Vooral bij gemeentelijk monumentenbeleid zijn veel vragen te stellen. Als het op papier maar klopt! De verbeeldingskracht van eigen verhalen, gelaagdheid, ensembles, sporen en contouren wordt amper gezien, laat staan benut. Innovatie? Vertel me hoe je team is samengesteld en ik zeg wat je aan innovatie mag verwachten, aldus een jonge wetenschapper innovatiemanagement. Hoogste tijd om te resetten.

Wie durft voorop te lopen in het achterblijven?!

Meteen radicaal heel Nederland resetten, zal enige ophaalbruggen te ver zijn. Veel erfgoedprofessionals zullen eerst moeten omdenken. Dus beter maar incrementeel, langzaam laten groeien. Wie wil er vooroplopen? En wie durft voorop te lopen in het achterblijven? Laten we eerst met proeven het verhaal van de plek serieus op tafel zien te krijgen op momenten die er echt toe doen, zoals bij een restauratie, herbestemming, als er sloop dreigt of bij gebiedsontwikkeling. Niet bij het aanwijzen van ‘nieuwe’ monumenten, want dat is niet de boodschap! Laten we scenografen samen met topisten dorpen die amper of geen monument hebben, topobiografisch leren lezen en ermee spelen.

 

Rien de Visser (1947) heeft een planologische achtergrond en werkte als beleidsmedewerker cultuur en historie bij de gemeenten Uden, Eindhoven en provincie Noord-Brabant. Hij richt zich als onderzoeker en publicist op topobiografie, specifiek op de alledaagsheid van plekken en de golfplaat. Als poortwachterszoon geboren en getogen op Kasteel Heeswijk, registreert hij ook dit rijksmonument topobiografisch. De Visser is auteur van het boek “ZIEHIER! Wij verkopen 77 kasteelhoeven”, naar het concept van Florian de Visser (1983), verkrijgbaar via www.erfgoedbrabant.nl of www.museumboerderij.nl