De luchtwachttoren in Scheveningen, de radar op de Waalsdorpervlakte, de noodzetels onder de ministeries, de openbare en privé-schuilplaatsen, de bunkers gebouwd door de Bescherming Bevolking; het zijn overblijfselen uit een bewogen tijd. De objecten en bijbehorende verhalen en geschiedenis weerspiegelen de spanningen en dreiging tijdens de Koude Oorlog (1948-1989).
Veel objecten zijn echter onbekend, onzichtbaar, anoniem, geheim en zelfs staatsgeheim. Dit maakt het Koude Oorlog-erfgoed mysterieus én intrigerend. Het ontbreekt echter structureel aan bewustzijn, kennis en erkenning van de waardevolle toegevoegde waarde van dit erfgoed. Ik beperk me in deze blog tot het Koude Oorlog-erfgoed in Den Haag.
Inventarisatie
Een verrassend groot deel van het Haagse Koude Oorlog-erfgoed is behouden gebleven. De materiële overblijfselen en de bijbehorende verhalen dreigen echter in vergetelheid te raken. Daarom heeft de gemeente Den Haag aan Stichting Militair Erfgoed gevraagd de materiële en immateriële overblijfselen van de Koude Oorlog in Den Haag te inventariseren. Het resultaat is het boek ‘Schuilen in Den Haag: Erfgoed van de Koude Oorlog’.
Stille getuigen
Het onderzoek en de inventarisatie heeft veel nieuwe informatie en inzichten gegeven over de Koude Oorlog-objecten en het systeem van onderliggende relaties. De Koude Oorlog- erfgoedobjecten in Den Haag wekken verhalen tot leven. Den Haag is de regeringsstad, waar bovendien de hoofdkwartieren van Defensie en het koningshuis gevestigd waren. Het Koude Oorlog-erfgoed in Den Haag wordt gevormd door een breed scala aan stille getuigen van de voorbereidingen die zijn getroffen voor een aanval vanuit de lucht (met atoomwapens) of een bezetting door de Sovjet-Unie.
Toenemende dreiging
Met de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog nog op het netvlies, ontwikkelde de Koude Oorlog zich snel tot een oorlog met een zeer vernietigende – en later door de atoomdreiging zelfs allesvernietigende potentie. De objecten in Den Haag weerspiegelen verschillende fasen waarin de overheid steeds met een hernieuwd perspectief de Koude Oorlog benaderde.
Na de Tweede Wereldoorlog ontstond een groeiende dreiging tussen de twee tegenovergestelde ideologieën (kapitalisme vs communisme). Het Ministerie van Oorlog hergebruikte in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog Duitse bouwwerken omdat het een betaalbare oplossing leek voor het veilig huisvesten van defensieonderdelen. De Wederopbouw, maar ook andere politieke en militaire aangelegenheden, hadden echter prioriteit.
Gedurende de jaren ’50 nam de dreiging aanzienlijk toe. De regering diende goede voorbereidingen te treffen op een mogelijke bezetting of aanval van de Sovjet-Unie. De Bescherming Bevolking (BB) werd opgericht en, naarmate eind jaren ‘50 de dreiging groter werd, uitgebreid. Er werden in deze periode 15 openbare schuilkelders gebouwd in Den Haag. Er werden bovendien geheime maatregelen genomen door ministeries en defensieonderdelen waar de Sovjet-Unie geen weet van mocht krijgen. De wapenwedloop tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie leidde tot ontwikkeling van het wapenarsenaal wat de effecten van een mogelijke aanval aanzienlijk verergerde waardoor de dreiging verder toenam.
Vanaf de jaren ’60 lijken de maatregelen te standaardiseren. De dreiging stabiliseerde en nam aan het einde van de jaren ’60 zelfs af, waardoor de (gevoelsmatige) noodzaak van bescherming door middel van bunkers afnam, met name onder burgers en bedrijven. Tegelijkertijd nam de kennis van de effecten van de atoombom toe. Bunkers dienden van betere kwaliteit te zijn om daadwerkelijk bescherming te kunnen bieden. De noodzaak van een veilig onderkomen had tot gevolg dat in de jaren ’70 en in toenemende mate in de jaren ’80 een groot aantal nieuwe, modern uitgeruste bunkers werd gebouwd voor ministeries (noodzetels), krijgsmachtonderdelen en het koningshuis.
Weerbaarheid bevolking
Door de technologische ontwikkelingen waren bunkers en andere objecten gedurende de gehele Koude Oorlog al snel achterhaald. Ze voldeden niet meer aan de eisen van de tijd en raakten overbodig. De overblijfselen die herinneren aan deze roerige periode zijn nu veelal verlaten, overgroeid en in vergetelheid geraakt.
De bewonderenswaardige weerbaarheid en de gedrevenheid van de regering en de bevolking vormen de rode lijn in het boek ‘Schuilen in Den Haag: Erfgoed van de Koude Oorlog’. Men deed wat men kon en gebruikte de kennis die men had. Men was zoekende naar de beste oplossing om het land, de regering en de bevolking te beschermen, maar maatregelen waren snel achterhaald. En omdat de (gevoelsmatige) dreiging verminderde, verminderde ook de motivatie onder de bevolking voor zelfbeschermingsmaatregelen. Maar wat had men eigenlijk kunnen doen tegen de effecten van een allesvernietigende atoombom? Het Koude Oorlog-erfgoed weerspiegelt deze weerbaarheid en de omgang met toenemende spanningen en dreiging.
Nu er nog getuigen zijn uit die tijd die kunnen vertellen over de Koude Oorlog, is het hoog tijd stil te staan bij de betekenis van dit waardevolle erfgoed. Laten we gaan luisteren naar deze verhalen. Juist nu spanningen en dreigingen in de wereld opnieuw toenemen, is het van belang om deze kennis uit de (recente) geschiedenis openbaar te maken en te delen.
Het boek ‘Schuilen in Den Haag: Erfgoed van de Koude Oorlog’ is verkrijgbaar via uitgeverij De Nieuwe Haagsche. Naar aanleiding van het boek en de inventarisatie is er van 20 juli tot 25 september 2017 een expositie in het Atrium van het stadhuis van Den Haag waar het verhaal van het boek en enkele van de objecten wordt verteld met tekst en afbeeldingen.