Schijnbaar doorsnee plekken in de stad kunnen van grote betekenis zijn voor stedelingen die er wonen of verblijven. Dit blijft soms volledig buiten het zicht van de mensen die zijn opgeleid om de stad te besturen, waarderen of (her)ontwerpen. Toch kan elke professional zich hier een beeld van proberen te vormen door op zoek te gaan naar de mate waarin bewoners zich plekken toe-eigenen.

De Sloterplas op een zomerse dag. Foto uit publicatie 'Amsterdam Nieuw-West, Parkstad of stadswijk'

De Sloterplas op een zomerse dag. Foto uit publicatie ‘Amsterdam Nieuw-West, Parkstad of stadswijk’

Stedebouwkundigen, erfgoeddeskundigen of medewerkers van woningcorporaties kunnen in processen van stedelijke vernieuwing gebruik maken van verhalen van de straat als input voor vernieuwing. Deze ‘zachte waarden’ staan echter onder invloed van de politiek-bestuurlijke belangen en geld en zijn gevat in een planologisch instrumentarium. De mogelijkheden voor toe-eigening worden hierdoor beperkt: een plein of park wordt ingericht voor bepaalde typen gebruik om het gedrag van gebruikers te conditioneren of zelfs letterlijk ‘binnen de perken’ te houden. In dit artikel behandel ik twee studies naar de rol van erfgoed in de stedelijke vernieuwing in Amsterdam.

Amsterdam Nieuw-West

Welke stem kunnen bewoners, gebruikers en andere betrokkenen uitoefenen bij het sleutelen aan de bestaande stad? Naoorlogse wijken vormen daarvoor een interessant onderzoeksterrein. Ten eerste vanwege de variërende druk op de woningmarkt, ten tweede de gedifferentieerde waardering van de wijken. De bevolking heeft vaak een gemengde culturele achtergrond. Deze verscheidenheid aan bewoners kent verschillende betekenissen toe aan de woonomgeving, die kunnen verschillen van de blik van professionals zoals stedebouwkundigen en cultuurhistorici.

Zowel de geplande als de geleefde stad zijn in de publicatie Nieuw-West, Parkstad of Stadswijk aan een onderzoek vanuit verschillende disciplines onderworpen. De studie naar de Westelijke Tuinsteden van Amsterdam blinkt uit in veelzijdigheid en toont het verschil in percepties. De geleefde stad toont zich in de publicatie in foto’s, interviews met bewoners en mental maps waar vooral drukbezochte plekken op staan zoals pleinen, parken en winkelstraten. In het hoofdstuk over de geplande stad is het stedebouwkundige concept van de tuinstad door C. Van Eesteren (AUP, 1934) beschreven. Is er in de praktijk een koppeling gemaakt tussen de waardering door bewoners met het oorspronkelijke ontwerp?

Straatvoetbal als erfgoed? Foto: Guus Dubbelman-Imagine IC

Straatvoetbal als erfgoed? Foto: Guus Dubbelman-Imagine IC

De stedelijke vernieuwing in Amsterdam Nieuw-West is door de crisis rond 2010 tot een halt geroepen. Daar is dankbaar gebruik van gemaakt om kennis over de bestaande kwaliteiten te verzamelen en het belang en de waarde ervan in gesprekken te duiden. De publicatie toont aan dat er zowel onder bewoners als onder professionals aandacht is voor de cultuurhistorie van de naoorlogse stad. Het gesprek over de kwaliteiten van de tuinstad wordt actief gevoerd, met het Van Eesterenmuseum als een toegankelijk en publieksvriendelijk middelpunt.

De gemeente en het rijk hebben inmiddels tientallen monumenten en een beschermd stadsgezicht aangewezen. Maar het zou te ver gaan om te stellen dat er een verband bestaat tussen de mental maps en de keuzes van de erfgoedprofessionals. De meeste monumenten zijn namelijk woningblokken die hun waarde ontlenen aan de geplande stad, die uitblinkt in de samenhang tussen bebouwing, water en groen. Ook is aan enkele publieke gebouwen zoals scholen monumentenstatus toegekend. De winkelstraten en pleinen die de bewoners in hun mental maps waarderen, komen in de monumentenkaart niet naar boven.

Straatvoetballers Lorenzo 'Lenny' Netteb en Edward 'Edje' van Gils op het Iepenplein. Foto: Guus Dubbelman / Imagine IC

Straatvoetballers Lorenzo ‘Lenny’ Netteb en Edward ‘Edje’ van Gils op het Iepenplein. Foto: Guus Dubbelman / Imagine IC

Straatvoetbal als erfgoed

Is een andere insteek mogelijk om tot een bredere opvatting van erfgoedwaarden te komen? Erfgoedorganisatie Imagine IC verzamelt betekenissen die bewoners van Amsterdam-Zuidoost aan hun wijk of stad koppelen. Op veel plekken zijn het niet de ‘stenen’ die inhoud aan de plek geven, maar sociale verbanden. Imagine IC voert het erfgoeddebat daarom vanuit immateriële waarden. Dit geeft aanleiding om de straatcultuur tot onderwerp van onderzoek te maken, zoals de cultuur van het straatvoetbal. Het straatvoetbal in Amsterdam is door middel van fotografie, video en registraties van discussies door Imagine IC en de Reinwardt Academie onderzocht en vastgelegd.

Het voorbeeld van het Iepenplein in Amsterdam-Oost illustreert hoe processen van stedelijke vernieuwing de straatvoetbalcultuur genegeerd heeft. Het plein is in de jaren 1980 door jonge straatvoetballers toegeëigend die direct aan het plein woonden. Het was toen ingericht met basketballpalen en had geen belijning, waardoor andere regels golden en je van goede huize moest komen om te kunnen scoren. Het Iepenplein groeide uit tot een populaire plek waar de beste straatvoetballers uit Amsterdam naartoe kwamen. Oranje-international Edgar Davids en andere bekende (straat)voetballers speelden er regelmatig. Maar na klachten van omwonenden over hangjeugd is het Iepenplein heringericht met bomen en bankjes die het voetballen tot op de dag vandaag onmogelijk maken, tot verdriet van de generatie voetballers die warme herinneringen koestert aan het plein.

Passeerbewegingen bij een straatvoetbalclinic op het Balboaplein. Foto: Guus Dubbelman / Imagine IC

Passeerbewegingen bij een straatvoetbalclinic op het Balboaplein. Foto: Guus Dubbelman / Imagine IC

Zoek de dialoog

De opdrachtgever van de herinrichting van het Iepenplein is de dialoog met deze jongens destijds waarschijnlijk niet aangegaan. Terwijl professionals die bezig zijn met behoud en vernieuwing in de stad juist een positie hebben om gebruikers en omwonenden hiertoe uit te nodigen. Vaak laten bewoners of andere betrokkenen namelijk een ander geluid horen dan beleidsmakers of professionals. Sinds enkele jaren is het ‘stad maken’ (initiatieven van onderop) in opkomst. Bestuurders proberen lokale initiatiefnemers meer in de gelegenheid te stellen ideeën te ontplooie. Dat leidt tot een breder speelveld, maar ook tot meerstemmigheid en tot contrasterende opvattingen en meningen over dezelfde plek. Dáár ligt een rol voor de (erfgoed)professional om, met inzet van kennis, te modereren tussen verschillende opvattingen, belangen en waarden.

Het debat onder erfgoedprofessionals opent zich nog onvoldoende naar immateriële waarden die door stedelingen worden beleefd en dreigt zichzelf daarmee te vervreemden van de samenleving. Het is essentieel om actief de discussie te voeren met een diversiteit aan betrokkenen over nieuwe en alternatieve betekenissen van stedelijk plekken en op zoek te gaan naar ‘nieuwe’ verhalen die resoneren bij de veranderende bevolking. Door (moeilijke) discussies op te zoeken in de huidige cultureel diverse samenleving ontstaat er een bredere oriëntatie op wat plekken in de stad voor mensen betekenen en hoe we die het beste aan nieuwe generaties kunnen doorgeven.

 

Meer lezen over het onderzoek naar straatvoetbal van Imagine IC? Bekijk dan verslagen en foto’s van de tentoonstelling Panna’s en Akka’s en daaraan gekoppelde activiteiten.

De publicatie ‘Nieuw-West, Parkstad of Stadswijk, de vernieuwing van de Westelijke Tuinsteden Amsterdam’ is te bestellen bij uitgever Trancity. Het Van Eesterenmuseum organiseert regelmatig activiteiten in en over Amsterdam Nieuw-West.

Teun van den EndeTeun van den Ende (1982) schrijft, onderzoekt en voedt het (online) debat over de transformatie van stad en landschap. Teun interviewde voor deze blog Martin van Engel en Daniëlle Kuijten van Imagine IC. De Masterclass Erfgoedfilosofie vormde aanleiding voor het interview. Teun schreef zijn afstudeerscriptie over de herwaardering van naoorlogse wijken en is geboeid door processen van stedelijke vernieuwing. Hij werkt als zelfstandige o.a. voor het College van Rijksadviseurs en het H-team.