De Neudeflat in de Utrechtse binnenstad is al jaren onderwerp van debat. Tegenstanders willen dat het kantoorgebouw van architect Huig Maaskant tegen de vlakte gaat, anderen pleiten juist voor behoud. Nu het kantoorgebouw binnenkort leeg komt, laait de discussie weer op. Op Platform VOER kruisen twee kenners de degens. Utrechter Arjan den Boer verklaart het modernistische kantoorgebouw tot monument, historicus Bas Kromhout wil de ‘vermaledijde Neudeflat’ afbreken.

 
de Neudeflat: Sloop vs behoud

de Neudeflat: Sloop vs behoud. beeld: Marco van Bijsteren

> De voorstander: Arjan den Boer (1972) – specialist op het gebied van erfgoed en nieuwe media. Op zijn eigen site schreef Arjan op 10 maart een uitgebreider betoog: ‘Ode aan de Neudeflat’.
“Neudeflat moet monument worden”

Veelgehoorde bezwaren tegen de Neudeflat zijn: te hoog, te lelijk, te grijs, past niet in de oude stad en verpest het uitzicht. Mij valt op dat ook veel mensen met oog voor architectuur en monumenten de Neudeflat verfoeien. Hoe meer negatieve geluiden ik hoor en hoe langer ik naar de Neudeflat kijk, hoe mooier ik hem ga vinden.

Maaskant was een belangrijk architect

De Neudeflat is ontworpen door Huig Maaskant, architect van het Groothandelsgebouw, de Euromast en de Scheveningse Pier. Hij speelde een hoofdrol bij de wederopbouw van Rotterdam. Vanwege hun architectonische belang zijn sommige panden inmiddels rijksmonument. Dat wil niet zeggen dat al zijn gebouwen mooi of belangrijk zijn, maar het is wel een reden om de Neudeflat nog eens goed te bekijken. Er is wat voor te zeggen dat Maaskants werk beter in het Rotterdam van de wederopbouw past dan in de historische binnenstad van Utrecht. Toch heeft Maaskant rekening gehouden met de Utrechtse context en schaal.

Een slank gebouw, passend in het stratenplan

Vergelijkingen met Oostblokarchitectuur zijn dan ook misplaatst. De Neudeflat is geen fantasieloze rechthoek maar heeft een bijzondere zeshoekige plattegrond. Daarmee past hij perfect in het stratenplan en de rooilijn van de oorspronkelijke bebouwing. Een groot verschil met Hoog Catharijne, waarvoor de hele stationsbuurt moest wijken. De Neudeflat laat zien hoe oud en nieuw samen kunnen gaan. De zes zijdes zijn niet even lang: op de kruising van de Vinkenburgstraat en de Drakenburgstraat heeft de flat een korte zijde. Daardoor oogt het gebouw vanaf de Neude gezien relatief bescheiden. De vorm, het kleine oppervlak en de hoogte maken het tot een elegant gebouw.

Materiaalgebruik van hoge kwaliteit

Ondanks het betonskelet – in 1961 in twee weken tijd opgericht – is nergens beton zichtbaar. De gevel is bekleed met glanzende materialen: glas, aluminium en wit geëmailleerd staal. De aluminium panelen – zeker geen gewone golfplaten – hebben een strakke verticale groef. Ze zijn grauw en kunnen zeker een poetsbeurt gebruiken.

De glanzende gevelbekleding zorgt er, in combinatie met de zeshoekige gebouwvorm voor dat het zonlicht op verschillende momenten van de dag weerspiegeld wordt. Het mooist vind ik de brandtrap, een glazen kolom aan de kortste zijde, zichtbaar vanaf de Oudegracht. Als aan het einde van de dag de zon op het wazige glas schijnt, glinstert de brandtrap als een geslepen diamant.

De gevel moet een schoonmaakbeurt krijgen, en ook aan de vale zonneschermen moet wat gedaan worden, maar het zou onherstelbaar afbreuk doen aan de architectuur als het gebouw wordt ‘opgeleukt’ met een nieuwe gevelbekleding van bijvoorbeeld baksteen, zoals wel wordt gesuggereerd.

Gevelbekleding Neudeflat. foto Arjan den Boer CC-BY-SA

Gevelbekleding Neudeflat. foto Arjan den Boer CC-BY-SA

Mooi contrast met grachtenpanden en postkantoor

Het meest genoemde bezwaar tegen de Neudeflat is dat het gebouw niet past in de historische binnenstad, waar nog veel middeleeuwse panden staan, zoals de nabijgelegen stadskastelen Oudaen en Drakenburg. Maar het contrast tussen oud en nieuw is juist heel mooi: zware donkere bakstenen die afsteken tegen de lichte glasplaten, of de rijke ornamenten van de grachtenpanden die zich aftekenen tegen de strakke lijnen van de Neudeflat. De afwisseling tussen verschillende bouwstijlen maakt een stad interessant.

De flat vormt een bijzonder duo met het naastgelegen voormalige postkantoor, in 1924 in Amsterdamse School-stijl gebouwd door J. Crouwel, waarin hopelijk binnenkort de Utrechtse bibliotheek wordt gevestigd. De twee gebouwen zijn elkaars tegenhanger: het postkantoor massief, donker en breed, de Neudeflat slank, licht en hoog. Samen brengen ze de Neude in balans.

De Neudeflat is een historisch gegeven

Over smaak valt niet te twisten, maar wel over het historische belang van een gebouw. Het maakt al ruim vijftig jaar onderdeel uit van het stadsbeeld. De Neudeflat laat zien wat rond 1960 de ideeën waren over architectuur en stedenbouw. De bouw van de Neudeflat was onderdeel van grootschalige vernieuwingsplannen die breed gedragen werden tijdens de wederopbouwperiode. Men wilde de stad openbreken en moderniseren.

Achteraf kunnen we blij zijn dat veel plannen van toen niet zijn doorgegaan, zoals de aanleg van grote verkeersaders dwars door het centrum. De Neudeflat is echter een ingreep die geen fatale gevolgen heeft gehad voor de structuur van de stad. Zijn aanwezigheid herinnert ons eraan dat denkbeelden over bouwen en steden veranderen. Als we alleen gebouwen laten staan die passen in een nostalgisch beeld van het verleden of die voldoen aan hedendaagse normen van wat mooi is, toont het stadsbeeld niet de geschiedenis, maar een constructie daarvan. De binnenstad wordt dan een soort Zaanse Schans.

Het is tijd om van de Neudeflat een gemeentelijk monument te maken, nu andere gebouwen uit de wederopbouwperiode en van architect Maaskant tot rijksmonument zijn uitgeroepen. Daarmee worden sloopplannen voorkomen en kunnen we de discussie daarover afsluiten. Wat rest is het gebouw opknappen en een goede bestemming geven. Een restaurant op de bovenste verdieping zou prachtig zijn. Als meer Utrechters de flat van binnen en boven leren kennen zal het gebouw minder gehaat worden.

 

> De tegenstander: Bas Kromhout (1975) – historicus en publicist voor onder andere het Historisch Nieuwsblad.
“Een respectloos gebouw”

Als doodgewone gebruiker van de openbare ruimte word ik voortdurend geconfronteerd met inrichtingskeuzen die de mijne niet zijn. Over de meeste kan ik mijn schouders ophalen. Er valt over smaak immers niet te twisten. Als historicus word ik echter alert wanneer erfgoed in het geding komt – en dat is in Nederland met zijn eeuwenoude stedelijke centra al snel het geval.

Van nostalgie heb ik geen last. Ik weet dat wat wij erfgoed noemen vaak bedrog is. Wat we aanzien voor een authentiek stadsgezicht is het resultaat van voortdurend gesleutel. Die middeleeuwse torenspits is in werkelijkheid een negentiende-eeuwse fantasie; dat sfeervolle art-nouveaubankje is er vorige week neergezet. Ik weet ook dat je de stadsontwikkeling niet kunt bevriezen op een bepaald punt op de tijdlijn. In een stad moet worden geleefd door mensen van nu. Die hebben behoefte aan een vitaal en bereikbaar centrum, niet aan een openluchtmuseum. Tot zover zijn Arjan den Boer en ik het eens.

Maar moeten we de openbare ruimte dan behandelen als een tuin voor verwildering, waar de oude aanplant onherroepelijk wordt verstikt door nieuwe vegetatielagen? Of mogen we er als een tuinier in planten, schoffelen en zo nodig ook wieden? Mogen we relatief jonge planten die de tuin niet verfraaien maar vervuilen, op de composthoop van de geschiedenis gooien? Ik vind van wel.

Detail brandtrap in de zon. foto Arjan den Boer CC BY SA

Detail brandtrap in de zon. foto Arjan den Boer CC BY SA

Met opzet verstoord

Om nog een misverstand voor te zijn: ik ben niet tegen moderne architectuur. Wel hanteer ik de stelregel dat opdrachtgevers en architecten respect moeten tonen voor de historische omgeving waarin zij hun creativiteit botvieren. Helaas is dit respect niet zelden afwezig. Zo gebeurt het regelmatig dat een oud gebouw wordt verfraaid met eigentijdse toevoegingen, waarvan de vormgeving niets gemeen heeft met het oorspronkelijke ontwerp. Architecten verdedigen deze ingrepen meestal met het argument dat het contrast tussen oud en nieuw zo verrassend is en dat heden en verleden een ‘intrigerende dialoog’ aangaan. Zulke frasen, die naar mijn overtuiging voor negentig procent uit gebakken lucht bestaan, lijken in de praktijk te fungeren als vrijbrief. De schade is vaak niet te overzien.

Een voorbeeld is de criminele manier waarop de Rijksgebouwendienst onlangs het huidige ministerie van Economische Zaken in Den Haag heeft laten verbouwen. Het eens zo indrukwekkende Gesamtkunstwerk van Gijsbert Friedhoff uit 1958, nota bene een rijksmonument, is door een nieuwe uitbouw verminkt en van zijn ziel beroofd. Of wat dacht u van het voorstel van Rem Koolhaas om bovenop het oude postkantoor aan de Rotterdamse Coolsingel – een van de zeer weinige vooroorlogse gebouwen die het bombardement van 1940 hebben overleefd – een torenflat te bouwen? Waar zo iemand de arrogantie vandaan haalt, lijkt mij voer voor psychologen.

Ook de bedenkers van de Neudeflat heeft het aan respect voor het verleden ontbroken. Dat architect Maaskant zich moest houden aan de ongelijkmatige vorm van het kavel is nauwelijks een concessie te noemen. Zijn ontwerp is een typisch product van het modernisme en de daarbij behorende mentaliteit van ‘fuck the context’. Modernistische architecten wilden radicaal afrekenen met het verleden en vanaf de tekentafel een nieuwe wereld scheppen: ‘Sterft, gij oude vormen en gedachten’. De veelgemaakte associatie met Oostblokarchitectuur is wat dat betreft terecht.

Terwijl een eveneens twintigste-eeuws gebouw als het postkantoor met zijn basiliekachtige vorm en bakstenen muren aansluit bij de eeuwenoude omgeving, heeft Maaskant het beeld klaarblijkelijk expres willen verstoren. De Neudeflat is een middelvinger naar de oude binnenstad, die als burgerlijk en romantisch belachelijk moest worden gemaakt. Dat is de reden waarom het gebouw na 53 jaar nog steeds niet is vergroeid met zijn historische omgeving en door veel Utrechters en regelmatige bezoekers zoals ik als lelijk wordt ervaren. Het past er niet en wil er ook helemaal niet passen.

Bescherm historische stadskern 

Er is dus alle reden om aan dit ongelukkige experiment een einde te maken. Een van de twee moet wijken: de Neudeflat of de rest van de Utrechtse binnenstad. Ik kies voor de eerste optie. Niet alleen omdat de Oudegracht, het stadskasteel Drakenburg en het postkantoor oudere rechten hebben. Mijn keuze is gebaseerd op de vraag: wat heeft het meest bescherming nodig?

De wereld van Montréal tot Maputo en van Santiago tot Shanghai staat vol met modernistische gebouwen. Ook in Nederland zijn legio plekken waar liefhebbers van dit genre hun hart kunnen ophalen. Vrijwel elke gemeente heeft zijn wederopbouwwijken, industriegebieden, bruggen en sluizen die zijn opgetrokken uit strak beton, glas en staal. In Utrecht volstaat een fietstocht door Kanaleneiland, Overvecht of de Uithof om een goede indruk te krijgen.

Daarentegen zijn de Nederlandse binnensteden met hun middeleeuwse stratenpatroon en vroegmoderne grachtenpanden uniek in de wereld. Zij zijn ontstaan in een tijd waarin de Lage Landen het meest verstedelijkte gebied op aarde waren. In die tijd, van de late Middeleeuwen tot en met de achttiende eeuw, ontstond in de Rijndelta een burgerlijke cultuur die op allerlei gebied – economie, kunst, politiek, filosofie – toonaangevend was in Europa. Er zijn nog maar een paar plekken waar je door je oogharen kunt kijken en ervaren hoe zo’n stad er destijds uit moet hebben gezien. Utrecht is daar één van. Maar helaas, hier wordt het beeld verstoord door die vermaledijde Neudeflat.

Daarom: weg ermee. Proberen de flat ‘op te leuken’ zou alleen het slechtste van twee werelden combineren, omdat dan niet alleen de binnenstad maar ook de Neudeflat in zijn hemd wordt gezet. Slopen doet daarentegen recht aan het uitgangspunt van de modernisten dat alles steeds in beweging moet zijn: geen versteende tijd, maar tabula rasa. Als het risico van schade aan de omliggende panden niet te groot was, zou de Neudeflat bij wijze van laatste eerbetoon met één imponerende knal moeten worden opgeblazen.

 

Eens of oneens met de pleidooien van Arjan en Bas? Of zien ze iets essentieels over het hoofd? Laat dan hieronder een reactie achter.

Benieuwd naar de meningen van doorsnee Utrechters over de Neudeflat? Hart van Nederland maakte een ludieke videoreportage over de vermaarde flat, waarin de Neudeflat het niet overleeft…

Postkantoor en Neudeflat. foto Arjan den Boer CC BY SA

Postkantoor en Neudeflat. foto Arjan den Boer CC BY SA