Ontwerp geometrische tuin C. Th. Sørensen

Ontwerp voor geometrische tuin door Deense tuin- en landschapsontwerper C. Th. Sørensen.

Historici en ontwerpers kijken doorgaans zeer kritisch naar herbouw, retrobouw en reconstructie, bediscussiëren kwesties als authenticiteit en integriteit van monumenten en trachten bij herbestemming een gebouw in zijn waarde te laten en op een hedendaagse manier aan te vullen. Er blijken twee uitzonderingen, waarbij een onstuitbaar verlangen naar vroeger het wint van onze wetenschappelijke overtuigingen. Ik stel ze aan u voor. De eerste categorie is ‘het Iconisch Ontwerp, bij voorkeur van een Modernistische Architect, dat slechts een korte tijd op aarde heeft mogen staan’, de tweede categorie is ‘het Iconische Ontwerp, bij voorkeur van een Modernistische Architect, dat tragisch genoeg nooit is uitgevoerd’.

Om met de eerste te beginnen – dit betreft  meestal paviljoenbouw, op wereldtentoonstellingen bijvoorbeeld. Onze voorgangers hebben het – even dan – mogen aanschouwen, maar wij moeten het doen met oude foto’s en vergeelde plattegronden. Waarom die ultieme architectuurbeleving niet opnieuw beschikbaar maken? Het Barcelonapaviljoen van Ludwig Mies van der Rohe sierde de wereldtentoonstelling van 1929, maar werd zoals gebruikelijk na afloop afgebroken. Enkele smachtende Spaanse architecten herbouwde het rond 1985.

Ook ik liep bij een bezoek aan het Kröller-Müller Museum direct naar het in 2006 herbouwde Sonsbeekpaviljoen van Aldo van Eyck, met in mijn achterhoofd de kronkelige schetsen en de historische foto van een bijna in extase geraakte Cornelis van Eesteren die liefkozend de stenen van het paviljoen betast. Soms lukt het niet: hoewel Eindhoven graag het oude Philips-paviljoen van de wereldtentoonstelling uit 1958 in de stad had willen hebben – ontworpen door Le Corbusier – bleek herbouw te kostbaar.

De tweede categorie is voor de echte romantici onder ons. Architect Victor Veldhuijzen van Zanten voert al bijna twintig jaar een kruistocht om de in 1923 tentoongestelde maquette Maison d’Artiste van Theo van Doesburg en Cornelis van Eesteren eindelijk echt te bouwen, één op één. Dit icoon van het Nieuwe Bouwen is nooit bedoeld om daadwerkelijk gerealiseerd te worden, maar dat maakt de uitdaging alleen maar groter. Inmiddels verzamelde Veldhuijzen van Zanten in zijn comité van aanbeveling 110 beroemde architecten uit binnen- en buitenland.

Gerealiseerd ontwerp geometrische tuin C. Th. Sørensen

Gerealiseerde tuin naar ontwerp van C. Th. Sørensen in Herning, Denemarken

Cornelis van Eesteren

Cornelis van Eesteren die liefkozend de stenen van het paviljoen betast van het Sonsbeekpaviljoen.

Ik reisde een aantal jaar geleden speciaal af naar Denemarken voor de iconische geometrische tuinen van Carl Theodor Sørensen, een van de meest invloedrijke tuin- en landschapsontwerpers van de twintigste eeuw. Hij maakte in 1945 een nooit uitgevoerd ontwerp voor een plein in het plaatsje Horsens. Dit plan is in de literatuur omschreven als pure ruimtekunst. Het heeft geen functie anders dan imponeren door de architectonische compositie. Precedenten waren er destijds niet en Sørensen zelf noemde het zijn beste ontwerp ooit. De schetsen die hij maakte zijn fabelachtig. Ze laten negen geometrische vormen zien (een driehoek, een vierkant, een vijf-, een zes-, een zeven- en een achthoek, een ovaal, een cirkel en een lijn) in hagen van verschillende omvang en hoogte. De geometrische tuinen van Sørensen zijn de Maison d’Artiste van de tuin- en landschapsarchitectuur. Een verkleinde versie van de tuinen werd in 1956 aangelegd om de beeldencollectie van een rijke industrieel te herbergen.

Maar het echte werk bleef uit, tot 1983. Ook hier waren het ontwerpers die vol weemoed, als loftuiting of simpelweg uit nieuwsgierigheid het initiatief namen. De Deense vereniging voor landschapsarchitecten plantte ter ere van hun vijftigjarig bestaan de eerste haagbeuken in de plaats Herning. Er was een lange adem voor nodig – maar nu zijn de tuinen in volle glorie te zien. De ruimtes binnenin zijn magisch, vooral de ovaal doet denken aan een volledig begroeide balzaal. De vormen staan dicht op elkaar, de ruimtes ertussen maken een doolhof. Je kunt er om- en doorheen blijven lopen: telkens heb je een nieuw perspectief. Dat het niet op de oorspronkelijke plek ligt, maar ergens achteraf bij een klein museum en slechts te bereiken door een smal bospaadje, draagt alleen maar bij aan de euforie. Een ‘Verstopt Iconisch Ontwerp van een Modernistische Architect’ – het ultieme geluk.

Lara VoermanLara Voerman werkt sinds 2004 als architectuurhistoricus bij SteenhuisMeurs. Binnen het bureau specialiseerde zij zich in de twintigste-eeuwse stedenbouw en landschapsarchitectuur. Samen met landschapsontwerper Joost Emmerik maakte ze een rondreis door Denemarken, op zoek naar de naoorlogse Deense landschapsarchitectuur. Over hun bevindingen schreven ze twee artikelen. In het najaar was Engeland aan de beurt.