Steeds meer buitenlandse vastgoedspeculanten kopen Amsterdamse panden op. Verandert de stad hierdoor? Of zijn het juist de mensen zonder macht die steden hun karakter geven? 

cc by sa 3.0

Krakerspand ‘Slangenpand’ Amsterdam. Foto: Eoghan Olionnain via wikimedia

De Nederlands-Amerikaanse stedensocioloog Saskia Sassen, altijd goed voor prikkelende uitspraken, was onlangs te gast bij het congres De Staat van de stad. Daar luidde de uitvinder van de term ‘wereldstad’ de noodklok over het aantal buitenlandse vastgoedspeculanten dat panden in de Amsterdamse binnenstad opkoopt. In een jaar tijd is dat gegroeid met maar liefst 250 procent. Financiële markten zijn parasitaire krachten die niet zelf waarde creëren maar daar anderen voor nodig hebben, betoogt ze. ‘Wat impact betreft zijn ze vergelijkbaar met de uitvinding van de stoommachine.’

Wat hun effect is, schetst ze aan de hand van statistieken. In Londen kan de gemiddelde burger het zich in grote delen van de stad niet meer veroorloven om een huis te kopen of te huren. Huisuitzettingen zijn aan de orde van de dag. In Hyde Park en aanpalende Londense dure wijken zijn veel historische gevels verworden tot façades met holle interieurs – fiscaal aantrekkelijk vastgoed waarin niet geleefd wordt. Ik zocht het op: een kwart van alle grote Londense nieuwbouwprojecten wordt gefinancierd door buitenlands kapitaal. Gaat dit ook in Amsterdam werkelijkheid worden? Het lijkt ver weg, maar de Zeedijkbuurt met zijn mooie oude kloosters, kerken en grachtenpanden schijnt al een geliefd internationaal beleggingsobject te zijn.

Een interessante vraag is hoeveel monumenten en cultureel belangrijke objecten er schuilt onder al dat gretig opgekochte vastgoed in wereldsteden. Neem bijvoorbeeld het Victoriaanse blok The Lancasters in Londen, waar vooral huizen worden gekocht door de Afrikaanse superrijken. Een blok verder steken Russische biljonairs elkaar de ogen uit. Op het voormalige kazerneterrein St John Wood Barracks in Westminster gaat een Maleisische investeerder 104 luxe huizen bouwen, goed voor 5 miljoen pond per appartement. Een ander achttiende-eeuws kazerneterrein, bij Hyde Park, is intussen verkocht aan investeerders uit China en Abu Dhabi. Hoe schadelijk is het eigenlijk voor het cultureel erfgoed van een stad wanneer belangrijke iconen – zeg, over tien jaar: de complete grachtengordel – als beleggingsobject in handen zouden zijn van buitenlands kapitaal? Doorsnee mensen zul je er niet meer zien, behalve als passant. Een ontzielde grachtengordel is voor niemand aantrekkelijk, ook niet voor de toeristen.

Dat brengt me op een andere interessante uitspraak van Sassen: het zijn juist de mensen zonder macht die steden hun karakter geven. Dat de ‘uitgestotenen van de wereldeconomie’ de steden met economische activiteiten persoonlijkheid en economische meerwaarde geven, wil ik geloven. Voorbeelden genoeg: multiculturele markten, muzikale subculturen, krakersbolwerken, informele straathandel, winkeltjes van etnische groepen, pop-uppanden in straten met leegstand. De economische waarde van die deels informele economie kan soms flink oplopen. Sloppenwijken dragen bijvoorbeeld vaak een aanzienlijk deel bij aan de stedelijke economie. Saskia Sassen, grappend: ‘Misschien moeten we hier ook maar sloppen ontwikkelen.’

Maar ze doelt niet alleen op de culturele meerwaarde van de ‘uitgestotenen’. Door de eeuwen heen hebben zij ook weerslag op de fysieke omgeving, stelt de wetenschapper. Dat vind ik alweer wat moeilijker voor te stellen. Juist de informele economie laat in de gebouwde omgeving volgens mij weinig sporen na. Ja, krakers hebben panden behouden voor de stad en de sloppen en de steegjes van vroeger zijn op veel plekken deel gaan uitmaken van het stratenpatroon, maar verder kan ik weinig permanents bedenken. Volgens mij zit de meerwaarde van stedelijke diversiteit hem in de verblijfswaarde: het culturele klimaat van een stad. En dat is en blijft iets om in de gaten te houden.

Annette WiesmanAnnette Wiesman (1969) is zelfstandig journalist. Ze schrijft o.a. voor Trouw, Vrij Nederland, Elsevier Juist en het Financieele Dagblad. In 2013 publiceerde ze met Koos Havelaar bij NAi/010 Uitgevers het boek Herbestemming van postkantoren. Een nieuw leven voor de burchten van de post. Voor VOER schrijft ze elke zes weken een column over oude gebouwen en wat ze in ons losmaken. Annette Wiesman op twitter: @annettewiesman