Wiens bezit? was de titel van een studiedag op 10 januari 2014 over de voorgenomen afstoot van 34 rijksmonumenten. Deze bijzondere selectie van rijksmonumenten heeft niet langer een gebruiksfunctie voor de rijksoverheid. Maar wie wil de monumenten overnemen en voor welke prijs?
Het zal niemand zijn ontgaan dat de Rijksoverheid op vrijwel alle fronten bezuinigt en een terugtrekkende beweging maakt. Ook binnen de erfgoedsector zijn deze ontwikkelingen merkbaar. Zo is vorig jaar besloten 34 rijksmonumenten te vervreemden. Tijdens de studiedag ‘Wiens bezit’ op 10 januari 2014 stond deze afstoot van rijksmonumenten centraal.
Op 21 februari 2013 kondigde minister Blok voor Wonen en Rijksdienst per brief de vervreemding aan van 34 monumenten met primair een erfgoedfunctie. De aankondiging zorgde voor opschudding onder de gebruikers van de monumenten, gemeenten en erfgoeddeskundigen. Allereerst omdat gebruikers en huurders van de te vervreemden monumenten, in tegenstelling tot wat Blok beweert, de plannen vanuit de media moesten vernemen. Voorts omdat de afstoot door velen wordt ervaren als een veronachtzaming van de morele overheidsplicht ‘ons’ nationaal erfgoed te beschermen. Tot slot werd de vraag opgeworpen wie überhaupt geïnteresseerd zullen zijn in een groot aantal van de af te stoten monumenten. Op de lijst staan namelijk veel moeilijk verhuurbare objecten zoals gedenknaalden, grafmonumenten en ruïnes.
Tijdens de studiedag ‘Wiens bezit’, georganiseerd door de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond (KNOB) en het Onderzoeksinstituut RMIT (Faculteit Bouwkunde, TU Delft), stond de vervreemding van monumenten met primair een erfgoedfunctie centraal. Onder de sprekers bevonden zich academici, vertegenwoordigers van de Rijksgebouwendienst en het Rijksvastgoedbedrijf. De hoop en verwachting dat eindelijk meer duidelijk zou worden over de werkelijke motieven achter de afstoot, waarom juist deze monumenten afgestoten worden en de toekomst van de monumenten leken dan ook gegrond. Helaas kwamen de aanwezige overheidsvertegenwoordigers niet veel verder dan een algemeen praatje over het afstootbeleid. Zij verantwoordden de afstoot van rijksmonumenten door erop te wijzen dat monumenten die in bezit zijn van particulieren er goed bijstaan en dat de vernieuwde Monumentenwet (2009) de monumenten voldoende bescherming biedt. Met het eerstgenoemde argument wordt echter grotendeels voorbijgegaan aan het bijzondere karakter van de af te stoten monumenten. Een gedenknaald of grafmonument kan niet worden vergeleken met een monument met huisvestingsfunctie. Verder is het zeer de vraag of de Monumentenwet voldoende bescherming biedt. Zo stelt de wet weliswaar het vernielen van een monument strafbaar, maar niet het sluipenderwijs toebrengen van schade door het monument onvoldoende te onderhouden. Een in 2011 ingediend amendement op de Monumentenwet, waarin een onderhoudsplicht voor monumentenbezitters zou zijn afgedwongen, haalde het uiteindelijk niet.
De aangedragen argumenten wisten het merendeel van de aanwezigen dan ook niet te overtuigen. Terwijl velen van hen hun onvrede over de voorgenomen vervreemding niet onder stoelen of banken staken, trachtten anderen vooral vooruit te kijken en oplossingen aan te dragen. Zo ook Koos Bosma, hoogleraar Architectuurgeschiedenis en Erfgoedstudies aan de Vrije Universiteit en Joks Janssen, hoogleraar Ruimtelijke Planning & Cultuurhistorie aan Wageningen University. Zij pleitten voor een verandering in het vastgoeddenken en de erfgoedsector. Uit de door Janssen geschetste ontwikkeling van de monumentenzorg kwam naar voren dat erfgoed in de afgelopen decennia een prominentere rol is gaan vervullen binnen de samenleving. Volgens hem zijn we in een fase beland waarin burgerinitiatief, zelforganisatie en ondernemerschap steeds belangrijker worden. Hij pleitte dan ook voor een verdere vermaatschappelijking van de erfgoedsector. In tijden van bezuiniging en een zich terugtrekkende overheid dient de erfgoedsector zelf verantwoordelijkheid te nemen en zorg te dragen voor de monumenten. Crowdfunding en instanties als de Postcodeloterij kunnen daarbij een belangrijke rol vervullen. Bosma wees op het belang van sociaal kapitaal en burgerparticipatie. Vanwege het toegenomen belang van erfgoed in de samenleving zijn burgers volgens hem bereid hun steentje bij te dragen aan de instandhouding ervan.
Zoals zo vaak eindigde de studiedag met meer vragen dan antwoorden. Ondanks de vele kundige sprekers is de toekomst van de 34 monumenten nog immer onzeker. Zo blijft het twijfelachtig of de markt klaar is voor de afstoot van monumenten met primair een erfgoedfunctie, en of de Monumentenwet daadwerkelijk voldoende bescherming biedt. Ook duurt de onduidelijkheid over de exacte motieven achter de afstoot voort.
De presentaties van de verschillende sprekers op 10 januari zijn hier in te zien.
Charlotte van Schoonhoven, studente Erfgoedstudies aan de Vrije Universiteit Amsterdam, studeert momenteel af op het onderwerp ‘Afstoten van monumenten door de Rijksoverheid’. Zij onderzoekt de vraag hoe de overheid het belang van de monumenten het beste kan dienen: door ze te verkopen aan particulieren, gemeenten of de Nationale Monumentenorganisatie, of toch door ze in eigen beheer te houden. Reacties of aanbevelingen zijn welkom op het adres: